5.4-2 Planten leggen energie vast 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
5.4 Planten leggen energie vast
deel 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
5.4 Planten leggen energie vast
deel 2

Slide 1 - Slide

Doel 5.4 deel 2
Je leert hoe je fotosynthese kunt meten
Je leert hoe je dissimilatie kunt meten
Je leert hoe je de productie van een plant kunt bepalen
Je leert hoe je een grafiek kunt aflezen waarin de fotosynthese en dissimilatie zijn uitgezet

Slide 2 - Slide

Fotosynthese meten
Fotosynthese kunt je meten door .......

Slide 3 - Slide

Fotosynthese meten
Fotosynthese kunt je meten door de hoeveelheid gevormde suiker of zuurstof te meten of de hoeveelheid verbruikte CO2

Slide 4 - Slide

Fotosynthese meten
Dissimilatie kunt je meten door .......
Dissimilatie

Slide 5 - Slide

Fotosynthese meten
Dissimilatie kunt je meten door de hoeveelheid verbruikte suiker of zuurstof te meten of de hoeveelheid gevormde CO2
Dissimilatie

Slide 6 - Slide

(ATP)

Slide 7 - Slide

Brutoproductie
Brutoproductie (BP) is de hoeveelheid gevormde glucose uit fotosynthese door een plant.

De bruto productie wordt gebruikt voor dissimilatie en voor voortgezette assimilatie.


Slide 8 - Slide

Nettoproductie 
Nettoproductie (NP) is de hoeveelheid gevormde glucose uit fotosynthese door een plant - de hoeveelheid verbruikte glucose voor dissimilatie

NP = BP - D

Nettoproductie betekent GROEI voor de plant


Slide 9 - Slide

Netto productie / Groei
Groei voor een plant is te meten door te wegen hoeveel gram plant erbij is gekomen zonder het water (droge stof)

Versgewicht: gewicht van plant
Drooggewicht: gewicht van plant zonder water (24 uur in droogstoof op 100 graden).


Slide 10 - Slide

Grafiek






Compensatiepunt: moment dissimilatie = fotosynthese

Slide 11 - Slide

Vraag 11
Een plant neemt in het licht 6 mg CO2 per uur op uit de buitenlucht. ’s Nachts geeft hij 3 mg CO2 per uur af. Hoeveel CO2 gebruikt deze plant werkelijk per uur voor de fotosynthese?

Slide 12 - Slide

Vraag 12
Gijs belicht een plant met verschillende aantallen lampen van gelijke sterkte. Hij bepaalt de hoeveelheid CO2 die de bladeren van de plant in- of uitgaan. Zijn resultaten zet hij uit in een diagram.

Slide 13 - Slide

Vraag 12





Door glucose te verbranden maakt de plant .... eenheden CO2

Slide 14 - Slide

Vraag 12





Het compensatiepunt ligt bij een belichting met .... lampen

Slide 15 - Slide

Vraag 12





De maximale fotosynthese bereikt de plant bij een belichting met .... lampen

Slide 16 - Slide

Vraag 12





De maximale netto productie heeft de plant bij een belichting met ... lampen of meer

Slide 17 - Slide

Vraag 12





Bij een belichting met 7 lampen of meer is de hoeveelheid licht niet langer de .... factor

Slide 18 - Slide

Vraag 12





Bij een belichting van één lamp is de dissimilatie hoger/ lager dan de fotosynthese

Slide 19 - Slide

Doel 5.4 deel 2
Je hebt geleerd hoe je fotosynthese kunt meten
Je hebt geleerd hoe je dissimilatie kunt meten
Je hebt geleerd hoe je de productie van een plant kunt bepalen
Je hebt geleerd hoe je een grafiek kunt aflezen waarin de fotosynthese en dissimilatie zijn uitgezet

Slide 20 - Slide

BINAS 5.4

Slide 21 - Slide

Begrippen 5.4 deel 2
brutoproductie, nettoproductie, voortgezette assimilatie, droge stof, versgewicht, drooggewicht

Slide 22 - Slide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Vragen paragraaf 5.4 vraag 3 t/m 7


Slide 23 - Slide