Schrijven NT2 - uitnodiging en reageren

Schrijven NT2 
reageren op een 

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schrijven NT2 
reageren op een 

Slide 1 - Slide

uitnodiging
Weten jullie wat voor uitnodiging dit is? 
Wacht op de volgende vraag!

Slide 2 - Slide

Wat ga je doen? 
1. We gaan leren hoe we een reactie schrijven. 
2. We gaan leren hoe we ook die tekst nakijken voor het versturen. 

Slide 3 - Slide

Dit is een:
A
Uitnodiging voor een ontbijt
B
Kaart bij ziekte
C
Uitnodiging voor een feest
D
Bedankkaart

Slide 4 - Quiz

Wat ga je leren? 
1. Je kunt een uitnodiging lezen en begrijpen. 
2. Je kunt een reactie schrijven op de uitnodiging met een ja/nee of twijfel. 

Slide 5 - Slide

Uitnodiging
Wie weet wat voor uitnodiging dit is? 
En hoe zie je dat? 

Slide 6 - Slide

Wanneer sturen Nederlanders kaarten?
A
Als ze een feest geven.
B
Als ze stoppen met werken.
C
Als ze een baby krijgen.
D
Als ze gaan trouwen.

Slide 7 - Quiz

Alleen Nederlanders sturen zo veel kaartjes.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Nederlanders sturen ook een kaartje als: 
* je een nieuw huis hebt
* je ziek bent
* je een knuffel nodig hebt
* iemand van wie je houdt is overleden
* en soms.....gewoon omdat het kan

Slide 9 - Slide

Zelfs....
Ook stoere mannen willen een kaartje van hun moeder. 
Nederlanders sturen kaartjes net voor Kerstmis. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Belangrijk!
In Nederland willen mensen graag weten of je wel of niet komt. Dan weten ze zeker of er genoeg drankjes en hapjes zijn. Dus vragen ze een reactie, als je niet kunt komen. 

Slide 12 - Slide

Wij gaan trouwen!

Ik ben jarig!
Wij zijn 12,5 jaar getrouwd!

Slide 13 - Drag question

Oh nee!
Je bent uitgenodigd, maar je kunt op die dag niet! Wat doe je dan? 

Je stuurt een reactie terug. 

Slide 14 - Slide

Wat schrijf je als eerste in de reactie?
A
Ik kan niet komen.
B
Groetjes!
C
Nee.
D
Bedankt voor de uitnodiging.

Slide 15 - Quiz

Hoe reageer je op een uitnodiging? 
1. Aanhef
Lieve/ Beste.............
2. Je bedankt voor de uitnodiging. 
Bedankt voor de uitnodiging. 
3. Je kunt komen. 
Ik kom graag naar jouw feest. Het lijkt me leuk. 
4. Afsluiting
Groetjes..........



Slide 16 - Slide

Hoe reageer je op een uitnodiging? 
1. Aanhef
Lieve/ Beste.............
2. Je bedankt voor de uitnodiging. 
Bedankt voor de uitnodiging. 
3. Je kunt NIET komen . 
Ik kom graag naar jouw feest, maar ik kan die dag niet. 
Ik kan helaas niet komen, want ik ben ziek. 
Ik ben ziek, dus ik kan niet komen. 
4. Afsluiting
Groetjes..........



Slide 17 - Slide

Hoe reageer je op een uitnodiging? 
1. Aanhef
Lieve/ Beste.............
2. Je bedankt voor de uitnodiging. 
Bedankt voor de uitnodiging. 
3. Je weet het nog niet. 
Ik  weet nog niet of ik kan komen, maar ik laat het snel weten. 
Ik moet er nog over nadenken, want ik ben ziek geweest.
4. Afsluiting
Groetjes..........



Slide 18 - Slide

Jouw oma viert feest op 30 maart. Dan kun je komen. Wat stuur je haar?
A
Bedankt voor de uitnodiging. Ik kom graag naar het feest.
B
Bedankt voor de uitnodiging. Ik kan niet komen.
C
Bedankt voor de uitnodiging. Ik weet nog niet of ik kan komen.

Slide 19 - Quiz

De buurvrouw gaat trouwen op 1 juni. Op die dag kun je niet. Wat stuur je?
A
Bedankt voor de uitnodiging. Ik kom!
B
Nee.
C
Bedankt voor de uitnodiging. Wat jammer. Ik kan niet.
D
Oké.

Slide 20 - Quiz

Maak de zin af:
Ik ga niet naar school, dus

Slide 21 - Open question

Maak de zin af:
Ik kan niet komen, want...

Slide 22 - Open question

Maak de zin af:
Dankjewel voor de uitnodiging, maar...

Slide 23 - Open question

Samen: instructie voor een reactie
Je hebt een uitnodiging ontvangen en je gaat daar nu een reactie op schrijven. We gaan samen kijken naar de stappen die je moet zetten. 
De docent deelt een A4 uit. Vouw deze in vieren. 

Slide 24 - Slide

Stap 1
Vouw het A4 open. In het eerste vak schrijf je: aanhef. 
Wat gebruik je als aanhef bij een reactie? Praat daar over met buurman of buurvrouw. 
De docent noteert de antwoorden op het bord. Jij schrijft ze in het eerste vak op jouw papier. 

Slide 25 - Slide

Stap 2
In het tweede vak, schrijf je: Opening. Hoe open je een brief, die je schrijft als reactie? Reacties worden klassikaal besproken. Schrijf een paar voorbeelden op. 

Slide 26 - Slide

Stap 3
Pak het derde vak op het vel. Schrijf op: ja/nee/weet niet. Bespreek met de klas en de docent hoe je kunt reageren als je wilt komen, als je niet kunt komen en als je het nog niet weet. Schrijf een paar voorbeeldzinnen op. 

Slide 27 - Slide

Stap 4
In het laatste vak, schrijf je: afsluiting. Hoe sluit je deze kaart af? Praat erover met de buurman of buurvrouw. Schrijf een paar voorbeelden op van een afsluiting. 

Nu heb je een stappenplan met woordenhulp voor de opdracht die je gaat maken. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Schrijf nu jouw reactie op. 
Je krijgt hier 15 minuten voor. 
LET OP: 
Gebruik het stappenplan. 
Let op de spelling. 
Let op hoofdletters en punten. 

timer
10:00

Slide 30 - Slide

Kijk zelf de tekst na!
In de hand-out zitten de vragen die je kunt gebruiken bij het nakijken van de tekst, die je hebt geschreven. 
Is jouw antwoord nee, verbeter dan de tekst. 

Ben je klaar? Geef dan de reactie terug aan de cursist die jouw de uitnodiging heeft gegeven. 

Slide 31 - Slide

Samen
Bespreek de tekst nu samen. Gebruik de vragen op de volgende slide. 
 

Slide 32 - Slide

Stel elkaar deze vragen: 
1. Komt de cursist naar het feest? Ja – misschien – nee

1a. Bij misschien: Waarom weet de cursist niet zeker of hij naar jouw feest komt?

1b. Bij niet: Waarom komt de cursist niet naar jouw feest? 


Slide 33 - Slide

Ga je nu zelf ook een kaart sturen naar iemand? 

Slide 34 - Slide

Wat ging er vandaag beter?
Alleen werken
Samenwerken

Slide 35 - Poll