Les 6 - Oriënteren op gesproken tekst en samenhang

Les 6 
Oriënteren op gesproken tekst en samenhang
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 6 
Oriënteren op gesproken tekst en samenhang

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Aan het einde van deze les:
  • Kun je vooraf oriënteren waar een luisterfragment over zou kunnen gaan;
  • Weet je hoe samenhang wordt aangebracht in luisterfragmenten o.a. door het gebruik van signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

Oriënteren op gesproken tekst
Net als verkennend lezen; je doet dit vooraf.
  • Je voorspelt waar het fragment over gaat;
  • Je gebruikt informatie die vooraf beschikbaar is;
  • Je stelt jezelf de volgende 4 vragen:
  1. Wat is het onderwerp?
  2. Wat weet ik al van dit onderwerp?
  3. Wat is de tekstsoort?
  4. Wie spreekt er?

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen
  • Informeren(alleen feiten--> objectief)
  • Activeren/ aansporen
  • Amuseren
  • Overtuigen(subjectief)
  • Instrueren 
  • Opiniëren (objectief en subjectief)

Slide 4 - Slide

Welke soorten luisterteksten/fragmenten kennen jullie al?

Slide 5 - Mind map

Tekstsoorten
  • Journaal
  • Reclame
  • Consumentenprogramma
  • Documentaire 
  • Luisterboek
  • Podcast
  • Quiz op tv

Slide 6 - Slide

Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 7 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstdoel bij deze tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
instrueren

Slide 9 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
instrueren

Slide 10 - Quiz

Fragment
Sjinkie, Spelen met vuur

Slide 11 - Slide

Wat weet je al van dit onderwerp af?

Slide 12 - Open question

Wat is de tekstsoort en het tekstdoel van dit fragment denk je?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Hoe wordt het fragment geïntroduceerd?
A
Met een fast forward
B
Met een vraagstelling
C
Met een situatieschets
D
Met een flashback

Slide 15 - Quiz

Wat doet Sonja Scholten in het eerste moment dat zij in beeld komt?
A
Ze geeft uitleg over hoe Sjinkie behandeld wordt.
B
Ze geeft algemene uitleg over wat er gebeurt bij patiënten met brandwonden.
C
Ze vertelt wat haar rol is bij patiënten met brandwonden.
D
Ze vertelt over haar eerste kennismaking met Sjinkie en wat haar rol was in zijn herstel.

Slide 16 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'Hij kon zich disscociëren van zijn benen?'
A
Hij verliest de controle over zijn benen
B
Voorbereiding voor amputatie van benen
C
Huidtransplantatie op zijn benen
D
Geestelijk losmaken van zijn benen

Slide 17 - Quiz

Welke 2 signaalwoorden gebruiken de artsen om uit te leggen in hun opsomming waarom iemand meer dan 50% kans heeft om te overlijden met dit soort brandwonden?

Slide 18 - Open question

Hoeveel voordelen noemt de arts op waarom hij snel geneest?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 19 - Quiz

Hoe doodde Sjinkie zijn tijd in het ziekenhuis?
A
Door veel te netflixen
B
Door te tekenen
C
Door met Lego te bouwen
D
Door veel gesprekjes aan te knopen met lotgenoten

Slide 20 - Quiz

Wanneer mag Sjinkie naar huis van de artsen?
A
woensdag
B
zondag
C
maandag
D
zaterdag

Slide 21 - Quiz

Opdrachten deze week
starter
2F--> Luisteren--> Opbouwopdrachten--> Oriënteren op gesproken tekst-->opdracht 3
2F-->Luisteren--> Opbouwopdrachten--> Samenhang--> husseltaak 3
2F-->Luisteren-->Opbouwopdrachten-->Belangrijke informatie-->opdracht 3
Gevorderd
3F--> luisteren--> Opbouwopdrachten--> Oriënteren op gesproken tekst-->opdracht 1
3F--> luisteren--> Opbouwopdrachten-->Samenvatten en hoofdgedachte--> opdracht 1
3F--> luisteren--> Opbouwopdrachten-->Belangrijke informatie--> opdracht 1
Bekwaam
3F--> luisteren--> Opbouwopdrachten--> Oriënteren op gesproken tekst--> opdracht 1,2,3
3F--> luisteren--> Opbouwopdrachten-->Samenvatten en hoofdgedachte--> opdracht 1,2,3








Slide 22 - Slide