This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen?
Dochtertje van Jairus
Jongen uit Nain
Lazarus
Jezus schenkt eeuwig leven
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Dochtertje van Jairus
Jezus was onderweg naar Jairus omdat zijn dochter ernstig ziek was
Jairus was een leider van de synagoge
Onderweg werd hij opgehouden door anderen, onder andere door een vrouw die werd genezen van haar ziekte door het aanraken van de mantel van Jezus
Toen hij uiteindelijk aankwam was er veel verdriet, de vader kwam naar buiten want zijn dochter was al overleden, Jezus was te laat
Jezus ging naar het meisje toe en zei; huil niet wat ze is niet dood, ze slaapt. En Hij zij tegen het meisje; sta op, en het meisje stond weer op
Slide 3 - Slide
De jongen uit Nain
Jezus kwam bij een stad met de naam Nain
Er kwam een rouwstoet zijn langs Hem
Op de draagbaar lag een man
Daarnaast liep zijn moeder. Een weduwe, en de dode man was haar enige zoon. Wanneer zijn zoon sterft, heeft zij niets meer. Ze kan niet voor zichzelf zorgen en zou een hongersdood sterven
Jezus had medelijden met de weduwe
Hij zei tegen de dode man: Sta op! En de man leefde weer. De dode man was gered, maar zijn moeder ook.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Lazarus
Lazarus was een goede vriend van Jezus
Lazarus werd ernstig ziek
Na 2 dagen ging Jezus naar Bethanie, de stad waar Lazarus woonde.
Martha en Maria kwamen Jezus tegemoet met de mededeling dat Lazarus al dood was en ook al begraven
Jezus zei dat Lazarus weer op zou staan
Ze gingen naar het graf van Lazarus . Jezus liet de steen weg halen van het graf, bad tot God en riep Lazarus; kom er uit. Lazarus kwam naar buiten en leefde weer
Slide 6 - Slide
Wat is in elk verhaal hetzelfde? Noem minstens 2
Slide 7 - Mind map
Overeenkomsten
De mensen waren verdrietig omdat er iemand was overleden
Jezus kwam bij ze
Jezus wekte de doden weer tot leven
Slide 8 - Slide
Jezus schenkt eeuwig leven
'Ik ben de opstandig en het leven, wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft'