Oefentoets K6 Lektion 1 t/m 3

Oefentoets
K6 Lektion 1 bis 3
H2
1 / 37
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets
K6 Lektion 1 bis 3
H2

Slide 1 - Slide

zu
nach
in
Personen
Aardrijkskundige namen zonder lidwoord
Aardrijkskundige namen met lidwoord
Richting zonder lidwoord
Dingen (gebouwen, plekken, enz.)

Slide 2 - Drag question

Wollt ihr ... mir kommen?

Slide 3 - Open question

Wir wohnen ... den Niederlanden.

Slide 4 - Open question

Hier sollen wir ... rechts fahren.

Slide 5 - Open question

Sie wollen ... dem Bahnhof laufen.

Slide 6 - Open question

Wann geht er ... Österreich?

Slide 7 - Open question

Wir fahren im Sommer ... die Alpen.

Slide 8 - Open question

Petra fliegt ... Griechenland.

Slide 9 - Open question

Sie kommt erst in zwei Wochen ... Hause.

Slide 10 - Open question

Wie komme ich ... der Bahnhof?

Slide 11 - Open question

Morgen gehe ich ... meiner Oma.

Slide 12 - Open question

Was ... wir morgen machen?

Slide 13 - Open question

Jan ... später Arzt.

Slide 14 - Open question

Wie ... das Wetter morgen?

Slide 15 - Open question

... du das noch vor den Ferien machen?

Slide 16 - Open question

Ich ... diesen Sommer nach Irland fliegen.

Slide 17 - Open question

... Sie wieder in die USA fliegen?

Slide 18 - Open question

Ihr ... nächste Woche eine Klassenarbeit schreiben.

Slide 19 - Open question

Es ... morgen schönes Wetter.

Slide 20 - Open question

entweder ... oder

Slide 21 - Open question

die Sprache

Slide 22 - Open question

erst

Slide 23 - Open question

die Welt

Slide 24 - Open question

egal

Slide 25 - Open question

glauben

Slide 26 - Open question

der Unfall

Slide 27 - Open question

faul

Slide 28 - Open question

Denemarken

Slide 29 - Open question

Italië

Slide 30 - Open question

Nederland

Slide 31 - Open question

Zweden

Slide 32 - Open question

de VS

Slide 33 - Open question

Wanneer ga je op vakantie en hoelang blijven jullie?

Slide 34 - Open question

Wij blijven tien dagen.

Slide 35 - Open question

Ik blijf deze vakantie thuis.

Slide 36 - Open question

Wij slapen in een hotel.

Slide 37 - Open question