Werkwoordsvormen

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. De zin vragend maken
2. Dat zijn alle werkwoorden in de zin
3. Dat kun je zien aan de zin
4. De zin in meervoud of enkelvoud zetten

persoonsvorm:
Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm ook meervoud zijn.

1. waar
2. niet waar

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

1. Door de zin vragend te maken.
2. Door de zin in een andere tijd te zetten.
3. Door te vragen:" wie of wat" + gezegde
4. Door alle werkwoorden te zoeken.

Waar of niet waar?
1. voltooid deelwoord = werkwoord.
2. voltooid deelwoord en pv zijn hetzelfde

1. beide zinnen zijn waar
2. beide zinnen zijn niet waar
3. zin 1 is niet waar, zin 2 is waar
4. zin 1 is waar, zin 2 is niet waar

persoonsvorm:
Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm ook meervoud zijn.

1. waar
2. niet waar

Wat is een infinitief

1. Het hele werkwoord
2. De hij-vorm van het werkwoord
3. Als je de zin vragend maakt komt deze vooraan
4. Wie/wat + werkwoorden

Het voltooid deelwoord zegt iets over het onderwerp?

1. Waar
2. Niet waar

Jermain heeft goed gevoetbald.
Wat is de persoonsvorm?

1. gevoetbald
2. heeft
3. Jermain
4. goed

Welke Vorm?
Wij HEBBEN gisteren bij zijn bazen geklaagd.

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord

Welke vorm?

We hebben gisteren de hele namiddag GEZWOMMEN.

1. infinitief
2. persoonsvorm
3. voltooid deelwoord