Thema 3 - Les 2 Toets bespreken en microscopie

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Vandaag

• Toets bespreken
• Voorkennis/herhaling
• Microscopie en tekenen
• Opruimen 
• Afsluiten

Volgens het plattegrond zitten

Toets bespreken

• Vragen of opmerking? --> Steek je hand op
• Fout met puntentelling? --> Potloodstreep ervoor

• Tot ongeveer 11:00

Voorkennis/herhaling

1. Bloedplasma bestaat naast water uit ... en ... . 
2. Fibrinogeen is een ... en helpt met de bloedplaatjes bij de ... . Met dit proces kan een korstje gevormd worden.
3. De 3 vaste bestanddelen uit bloed zijn: ... , ... en ... .
4. ... en ... hebben geen celkern.

• Functie beschrijven van de 3 vaste bestanddelen.

3 min.

Leerdoel

Aan het eind van de les kan je:

• De 3 vaste bestanddelen uit bloed herkennen en beschrijven.
• Met behulp van een microscoop 3 tekeningen maken van de 3 bestanddelen.

Voorkennis/herhaling

1. Bloedplasma bestaat naast water uit Plasma-eiwitten en opgeloste stoffen . 
2. Fibrinogeen is een ... en helpt met de bloedplaatjes bij de ... . Met dit proces kan een korstje gevormd worden.
3. De 3 vaste bestanddelen uit bloed zijn: ... , ... en ... .
4. ... en ... hebben geen celkern.

5 minuten

Voorkennis/herhaling

1. Bloedplasma bestaat naast water uit ... en ... . 
2. Fibrinogeen is een plasma-eiwit en helpt met de bloedplaatjes bij de stolling . Met dit proces kan een korstje gevormd worden.
3. De 3 vaste bestanddelen uit bloed zijn: ... , ... en ... .
4. ... en ... hebben geen celkern.

5 minuten

Voorkennis/herhaling

1. Bloedplasma bestaat naast water uit ... en ... . 
2. Fibrinogeen is een ... en helpt met de bloedplaatjes bij de ... . Met dit proces kan een korstje gevormd worden.
3. De 3 vaste bestanddelen uit bloed zijn: Rode bloedcellen , Witte bloedcellen en bloedplaatjes .
4. ... en ... hebben geen celkern.

5 minuten

Voorkennis/herhaling

1. Bloedplasma bestaat naast water uit ... en ... . 
2. Fibrinogeen is een ... en helpt met de bloedplaatjes bij de ... . Met dit proces kan een korstje gevormd worden.
3. De 3 vaste bestanddelen uit bloed zijn: ... , ... en ... .
4. Rode bloedcellen en bloedplaatjes hebben geen celkern.

5 minuten

Microscopie

• Wat? --> Bloedpreparaten bekijken en 3 tekeningen volgens de tekenregels maken van rode bloedcel, witte bloedcel en bloedplaatje.
• Hoe? --> In tweetallen of alleen als je alleen zit.
• Tijd? --> 11:30

• Klaar? --> Tekening inleveren, spullen opruimen en beginnen aan de mini-samenvatting of aan opdracht 4 t/m 10 (bs1)

Gemiddeld 5 minuten per tekening.

Blz. 184

Welke van deze drie was ook alweer het grootst?

Wat heeft hij nog meer dat de rest niet heeft?

Als je niet meer weet hoe de cellen er ook alweer uitzagen dan kan je je boek erbij pakken. Blz 184

Leerdoel

Aan het eind van de les kan je:

• De 3 vaste bestanddelen uit bloed herkennen en beschrijven.
• Met behulp van een microscoop 3 tekeningen maken van de 3 bestanddelen.

Afsluiten

Huiswerk 19 januari: 

• Maken opdracht 4 t/m 10 (thema 3 - bs 1)
• Invullen de mini-samenvatting (bespreken)