De slagaders vertakken in de organen tot steeds kleindere bloedvaten. De wand wordt steeds dunner.
Als een wand maar 1 cel dik is, noem je dat bloedvat een haarvat. De bloeddruk is in een haarvat heel laag.
Omdat de wand zo dun is, kan er vocht met zuurstof en voedingsstoffen doorheen naar de cellen.
De cellen geven vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen af aan het bloed in het haarvat.
De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten.
Die bloedvaten noem je aders.