Expo H4 Kunstgeschiedenis tot 1750

• Tekenen
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Expo H4

Kunstgeschiedenis tot 1750

Kunststromingen

Kunststroming is een bepaalde periode waarin  kunstwerken werden gemaakt die dezelfde ideeën en stijl hebben.

Kunst tot 1750

• Klassieke oudheid
• Middeleeuwen
• Renaissance
• Barok

Klassieke oudheid

3000 v. Chr. - 500 n. Chr.

• Traditie
• Mythologische verhalen
• Tempels (architectuur)
  

Middeleeuwen

500 - 1500 na Chr.

• Bijbelse verhalen
• Geloof verspreiden
• Weinig geletterdheid
  

Renaissance

1400-1600 na Chr.

• Wetenschap en techniek
  
• Terugkijken naar de klassieke oudheid
• Wedergeboorte
• Universele mens
  

Barok

1600-1750 na Chr.

• Overdreven kunst
• Bewegelijk
• Decoratief
• Machtige kerken en koningen
  

1. Tegenwoordig zijn gebouwen nog steeds geïnspireerd door klassieke bouwkunst

Noem 3 kenmerken die overeenkomen tussen de beide gebouwen.

2. De compositie van de afbeelding is ...

Noem 3 kenmerken die overeenkomen tussen de beide gebouwen.

3. Jezus is in de hoek afgebeeld, maar hij is de belangrijkste figuur in de afbeelding.

Noem twee aspecten van de voorstelling dat ervoor zorgt dat de aandacht naar Jezus wordt getrokken.

Noem 3 kenmerken die overeenkomen tussen de beide gebouwen.

4. Deze glas-in-loodramen hebben een decoratieve, educatieve en praktische functie.

Leg uit per functie waarom het die functie heeft.

Noem 3 kenmerken die overeenkomen tussen de beide gebouwen.

5. Het raam rechts is een modern glas-in-lood raam in de Dom van Keulen.

Noem 2 overeenkomsten en 2 verschillen tussen het raam rechts en links.

6. De lamp rechts is geïnspireerd door het werk van Leonardo Davinci.

Noem 2 aspecten van de vormgeving van de lamp die je aan de ontwerpen van Davinci doet denken.

6. De handen doen denken aan kunst uit de renaissance, noem een kenmerk waaraan je dat kunt zien.

6. Benoem een kleurcontrast die je in de foto ziet en beschrijf waar je dat ziet

Noem 3 kenmerken die overeenkomen tussen de beide gebouwen.

7. De foto suggereert beweging. Noem twee aspecten van de voorstelling die daar aan bijdragen.

Noem 3 kenmerken die overeenkomen tussen de beide gebouwen.