D-Toets Gas, Vast, Vloeibaar

Oefentoets Gas, Vast, Vloeibaar
LET OP,  de echte toets is GEEN meerkeuze-toets
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets Gas, Vast, Vloeibaar
LET OP,  de echte toets is GEEN meerkeuze-toets

Slide 1 - Slide

In welke fase is de ruimte tussen de moleculen het kleinst?
A
Vaste fase
B
Vloeibare fase
C
Gasvormige fase

Slide 2 - Quiz

In welke fase is de dichtheid van een stof het kleinst?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasfase
D
altijd even groot

Slide 3 - Quiz

Welk onderdeel zit NIET in een thermometer
A
Stijgbuis
B
IJkpunt
C
Reservoir
D
Schaalverdeling

Slide 4 - Quiz

Als de stijgbuis van een thermometer smaller is, dan is de schaalverdeling
A
onnauwkeuriger
B
nauwkeuriger

Slide 5 - Quiz

reservoir
stijgbuis
schaalverdeling

Slide 6 - Drag question

Van welk principe maakt een thermometer gebruik ?
A
van smeltend ijs in water
B
van het principe: meten is weten
C
uitzetting
D
warmte geleiding

Slide 7 - Quiz

Zet de stappen voor een thermometer te ijken in de goede volgorde
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
Zet een thermometer in een bakje met smeltend ijs en wacht tot de vloeistof in de stijgbuis stilstaat.

Zet streepjes met dezelfde tussenruimte op het stuk van de  stijgbuis onder het vriespunt (0 °C) en boven het kookpunt (100 °C).
Verdeel de afstand tussen deze twee streepjes met nieuwe streepjes in 10 gelijke delen.
 

Zet een streepje op de schaalverdeling bij de bovenkant van de gestegen vloeistof
Zet een streepje op de schaalverdeling bij de bovenkant van de vloeistof.

Zet de thermometer in kokend water en wacht tot de vloeistof niet meer stijgt.

Slide 8 - Drag question

Welke temperatuur geeft de thermometer aan?
(klik op de afbeelding op in te zoomen). Laat jouw berekening zien

Slide 9 - Open question

Je wilt een de temperatuur van een corona-patient meten dit kan je doen met een infrarood-thermometer.
Wat is het voordeel van een infrarood-thermometer ten opzichte van een vloeistofthermometer?

Slide 10 - Open question

Sleep de juiste termen naar de juiste plekken.
smelten
rijpen
vervluchtigen
condenseren
verdampen
stollen

Slide 11 - Drag question


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Vervluchtigen
D
Koken

Slide 12 - Quiz

Welke faseovergang hoort bij deze zin:
De rijst is helemaal droog gekookt.
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Stollen

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de temperatuur waarbij een vloeistof gaat verdampen?
A
smeltpunt
B
stolpunt
C
kookpunt
D
verdamppunt

Slide 14 - Quiz

Wat is het kookpunt van water
A
0 graden Celcius
B
50 graden Celcius
C
100 graden Celcius
D
200 graden Celcius

Slide 15 - Quiz

Welke fase heeft aluminium bij 700°C ?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 16 - Quiz

Welke fase heeft zuurstof bij -190 °C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 17 - Quiz

Tussen welke 2 temperaturen zijn zowel ijzer als lood beide vloeibaar?
A
tussen 1559 °C en 1740 °C
B
tussen 328 °C en 1740 °C
C
tussen 1559 °C en 2800 °C
D
tussen 1740 °C en 2800 °C

Slide 18 - Quiz

Vul de zin aan:

Een mengsel van ijs en zout heeft een ..... dan zuiver water
A
hoger smeltpunt
B
lager smeltpunt
C
hoger kookpunt
D
lager kookpunt

Slide 19 - Quiz

Wat is de temperatuur van water dat al een 13 minuten staat te koken?
A
lager dan 100°C
B
hoger dan 100°C
C
100°C
D
dit kun je niet weten

Slide 20 - Quiz

Ali heeft een hoeveelheid stearinezuur gesmolten. Ze laat de stearine vervolgens afkoelen, ze meet de temperatuur en zet het in de grafiek. 
De volgende 2 vragen gaan over deze grafiek.

Slide 21 - Slide

Welke fase was de stof bij A?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
dit kun je niet weten

Slide 22 - Quiz

Je ziet dat de grafiek recht is bij 70°C, is dit het kookpunt of het smeltpunt van stearinezuur?
A
kookpunt
B
smeltpunt

Slide 23 - Quiz

De proef wordt een 2e keer uitgevoerd alleen nu is er 2x zoveel stearinezuur, welke grafiek hoort hierbij?
A
Grafiek A (linksboven)
B
Grafiek B (linksonder)
C
Grafiek C (rechts)

Slide 24 - Quiz

Een mengsel heeft een
A
Kookpunt
B
Smeltpunt
C
Verdamppunt
D
Kooktraject

Slide 25 - Quiz

Hoe wordt dit stuk in
de grafiek genoemd?
A
Kookpunt
B
Smeltpunt
C
Kookpunt
D
kooktraject

Slide 26 - Quiz

Aan het begin van de grafiek is de stof vloeibaar. Welke diagram laat een kooktraject zien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Wat is het kooktraject van dit mengsel?
(klik om in te zoomen)

Slide 28 - Open question

Voordat je een eitje kookt is het eiwit vloeibaar, na het koken is het vast. Leg uit of dit een fase-overgang is.

Slide 29 - Open question

Bekijk de afbeelding met thermometer A en B (klik om in te zoomen).

Wat is waar?
A
A is het nauwkeurigst, A heeft het grootste meetbereik
B
A is het nauwkeurigst, B heeft het grootste meetbereik
C
B is het nauwkeurigst, A heeft het grootste meetbereik
D
B is het nauwkeurigst, B heeft het grootste meetbereik

Slide 30 - Quiz