This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hi, 1D :)
Pak je boeken en open LessonUp!
Slide 1 - Slide
Today / This week
Today is Monday, October 10th (tenth).
Monday 10th
les
Tuesday 11th
les
Wednesday 12th
les
Slide 2 - Slide
Doel van deze week
Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten.
Slide 3 - Slide
To Do:
Woordjes 1.5 doornemen
Grammatica 1.5
Zelfstandig werken
Slide 4 - Slide
Woordjes oefenen
Ga naar blz. 44 van je tekstboek :)
Slide 5 - Slide
Grammar: to be (zijn)
Je hebt drie soorten zinnen:
Bevestigende zinnen: I am walking
Ontkennende zinnen: I am not walking
Vragende zinnen: Am I walking?
Slide 6 - Slide
Grammar: vraagzinnen
In 'gewone' zinnen staan am / is / are ná de persoon.
In vragende zinnen staan am / is / are vóór de persoon.
Iam sporty. Youareinto football. She is kind.
AmI sporty? Areyou into football? Isshe kind?
Slide 7 - Slide
Maak de volgende zin vragend: You are French.
Slide 8 - Open question
Maak de volgende zin vragend: He is your friend.
Slide 9 - Open question
Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 1.5 - opdracht 1 t/m 12
Leren: lesson 1.5, woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
lesson 1.5, grammatica
Klaar? Huiswerk voor een ander vak :)
Slide 10 - Slide
See you tomorrow, 1D :)
Slide 11 - Slide
Hi, 1D :)
Pak je boeken en open LessonUp!
Slide 12 - Slide
Today / This week
Today is Tuesday, October 11th (eleventh).
Monday 10th
les
Tuesday 11th
les
Wednesday 12th
les
Slide 13 - Slide
Doel van deze week
Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten.
Slide 14 - Slide
To Do:
Herhaling - woorden 1.5
Herhaling - grammatica 1.5
Zelfstandig werken
Slide 15 - Slide
Woordjes oefenen
Ga naar blz. 44 van je tekstboek :)
Slide 16 - Slide
Grammatica 1.5 (blz. 33)
Waar ging het ook alweer over?
En hoe werkte het ook alweer?
Slide 17 - Slide
Grammar: to be (zijn)
Je hebt drie soorten zinnen:
Bevestigende zinnen: I am walking
Ontkennende zinnen: I am not walking
Vragende zinnen: Am I walking?
Slide 18 - Slide
Grammar: vraagzinnen
In 'gewone' zinnen staan am / is / are ná de persoon.
In vragende zinnen staan am / is / are vóór de persoon.
Iam sporty. Youareinto football. She is kind.
AmI sporty? Areyou into football? Isshe kind?
Slide 19 - Slide
Maak de volgende zin vragend: It is fun.
Slide 20 - Open question
Maak de volgende zin vragend: She is in Turkey.
Slide 21 - Open question
Maak de volgende zin vragend: They are at school.
Slide 22 - Open question
Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 1.5 - opdracht 1 t/m 12
Leren: lesson 1.5, woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
lesson 1.5, grammatica
Klaar? Huiswerk voor een ander vak :)
Slide 23 - Slide
See you tomorrow, 1D :)
Slide 24 - Slide
Hi, 1D :)
Pak je boeken en open LessonUp!
Slide 25 - Slide
Today / This week
Today is Wednesday, October 12th (twelfth).
Monday 10th
les
Tuesday 11th
les
Wednesday 12th
les
Slide 26 - Slide
Doel van deze week
Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten.
Slide 27 - Slide
To Do:
Zelfstandig werken
ONDERTUSSEN HUISWERKCONTROLE
Slide 28 - Slide
Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 1.5 - opdracht 1 t/m 12
Leren: lesson 1.5, woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
lesson 1.5, grammatica
Klaar? Huiswerk voor een ander vak :)
Slide 29 - Slide
Ik heb het doel: "Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten" behaald.
Ja, ik ken het en kan het toepassen
Ik ken het een beetje, maar kan het nog niet toepassen
Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen