This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
COVID-19
Slide 1 - Slide
SARS-CoV-2
Corona virussen:
SARS-CoV-2
MERS-CoV (ontdekt in 2012)
SARS-CoV (2002-2003)
SARS= Severe Acute Respiratory Syndrome
MERS= Middle East Respiratory Syndrome
Covid-19 -> coronavirus disease 2019.
Slide 2 - Slide
Hoe ontstaat COVID-19
Luchtwegvirus
Druppelinfectie
Eiwit past precies op receptoren
Virus zet zich vast en gaat vermenigvuldigen
Cel valt uiteen en virus kan zich verder verspreiden (daarom incubatietijd)
Eerst last van keel, later bronchiën, longen etc.
Mutatie virus
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Problemen bij de ademhaling
Ontstekingsreactie (roodheid, warmte, zwelling, pijn en functieverlies)
Slijmvlies in longblaasjes verdikt waardoor opname van zuurstof moeilijker gaat
Vocht en pus in longblaasjes zorgt voor benauwdheid
Respiratoire insufficiëntie
Slide 11 - Slide
Verhoogde kans op COVID-19
met verminderde weerstand, zoals ouderen, zorgvragers met AIDS of hiv en zorgvragers die medicatie gebruiken waardoor hun weerstand minder is, zoals chemotherapie, middelen tegen reuma en tegen darmziektes zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
die voor een longziekte behandeld worden
met een chronische hartziekte
die gezondheidsproblemen hebben door diabetes mellitus
met ernstig overgewicht, dat betekent een BMI van 40 of hoger
met ernstige ziekten van de lever of de nieren
met een ernstige verstandelijke beperking
Slide 12 - Slide
Symptomen COVID-19
Keelpijn
Verstopte neus
Hoesten
Hoofdpijn
Vermoeidheid
Verlies van reuk
Verlies van smaak
Slide 13 - Slide
Symptomen bij ouderen
een zieke indruk maken
verward zijn
versuft zijn
koorts of juist ondertemperatuur hebben (< 36 ℃)
snel ademhalen (> 24/min)
een laag zuurstofgehalte in het bloed hebben (< 92-94% bij niet-COPD)
een hoge pols hebben met een lage bloeddruk (hartfrequentie > 100/min en RR < 100 mmHg systolisch)
een droge hoest hebben
Slide 14 - Slide
Alarmsignalen ernstig verloop
De zorgvrager wordt binnen korte tijd steeds zieker.
De zorgvrager heeft moeite met ademen of ademt heel snel.
De zorgvrager raakt in de war.
De zorgvrager krijgt koorts, terwijl de koorts al één of meer dagen weggeweest is.
Slide 15 - Slide
Welk hulpmiddel kun je gebruiken om een zorgvrager met COVID-19 te observeren?
Slide 16 - Mind map
Slide 17 - Slide
Het coronavirus is een griepvirus
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Het coronavirus heeft een gastheer nodig om zich voort te planten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Zorgvragers met COVID-19 krijgen eerst milde klachten aan de luchtwegen, zoals hoesten, kortademigheid en keelpijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Het coronavirus is een respiratoir virus en kan respiratoire insufficiëntie veroorzaken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Bij de MEWS wordt gelet op de vitale functies, bloedwaarden en saturatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Bij een druppelinfectie vindt overdracht van het virus vooral plaats door het aanraken van besmette materialen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Vragen?
Slide 24 - Slide
Opdrachten
Pas je kennis toe bij
22. Crisissituaties -> 22.6 Virus- en infectiecalamiteiten -> C Covid-19 -> onderdeel 5 & 6