This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Klaar voor de start:
-materiaal: laptop
-jas uit, tas op de grond
Slide 1 - Slide
Deze les:
Introductie op de lessenserie 'Taalkrant'
Een klein onderzoekje ...
Kranten
Kijk/luister/schrijfopdracht
Slide 2 - Slide
Bij ons valt iedere dag een krant op de mat.
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik eigenlijk niet
D
Nee, we lezen digitaal
Slide 3 - Quiz
Welke kranten zijn er allemaal?
Slide 4 - Mind map
Wat wordt er thuis gelezen?
A
Leeuwarder Courant
B
Friesch Dagblad
C
Dagblad van het Noorden
D
Anders ...
Slide 5 - Quiz
Wat wordt er thuis gelezen?
A
Telegraaf
B
Volkskrant
C
Trouw
D
Anders ...
Slide 6 - Quiz
Het belangrijkste verschil tussen de Drachtster Courant en de Leeuwarder Courant is ...
Slide 7 - Open question
Wat is het meest voor jou van toepassing?
Ik lees nooit een krant
Ik lees af en toe een krant, bij de tandarts ofzo of op vakantie
Ik lees geen kranten, maar volg het nieuws anders
Ik lees regelmatig de krant
Tsja, ik zou best eens wat vaker een krant kunnen lezen
Slide 8 - Poll
Welke van de onderstaande kranten is het meest betrouwbaar/degelijk?
Telegraaf
Algemeen Dagblad
Leeuwarder Courant
NRC
Trouw
Slide 9 - Poll
Wat gaan we de komende lessen doen?
In deze opdracht maken jullie een krant met als onderwerp taal.
Je docent verdeelt de klas in groepen.
Als groepje ben je een krantenredactie. Je gaat vergaderen, schrijven, beslissingen nemen, informatie verzamelen, elkaars teksten beoordelen, teksten redigeren ...
Met als uiteindelijk resultaat: de Taalkrant.
En een cijfer
Slide 10 - Slide
Beeld:
Iedere dag maken krantenredacties met het zelfde nieuws verschillende kranten, zo werkt dat nu ook in de groepen. Maak belangrijk wat je belangrijk vindt, kies eigen verwerkingsvormen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
www.npo3.nl
Slide 15 - Link
Opdracht
Bekijk de tabel op de volgende dia aandachtig en let met namen op de kolom 'tekstvorm' Beantwoord daarna de vragen.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Welke tekstvormen tref je in een krant aan?
Slide 18 - Mind map
Welkom!
Klaar voor de start:
-materiaal: laptop
-jas uit, tas op de grond
-(telefoon uit, in de tas)
Slide 19 - Slide
Krantenproject opdr 1 (tweetallen)
-Je hebt drie katernen gekregen. Hoe heten die katernen?
-Bekijk het eerste katern (t/m blz. 19)
-Maak drie kolommen:
-linkerkolom: de tekstvormen die je tegenkomt
-middelste kolom: noteer titel en blz. nr
-rechterkolom: laat je nog even leeg
Slide 20 - Slide
Klaar?
Wissel jullie antwoorden uit met een ander tweetal en vul aan.
Uitkomst: klassikale bespreking.
Slide 21 - Slide
Krantenproject opdracht 2
Mogelijke tekstdoelen zijn:
-overtuigen
-beschouwen/opiniëren
-informeren/uiteenzetten
-activeren
-amuseren
Zoek van elk doel twee voorbeelden. Noteer titel en/of vindplaats