This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Herhaling paragraaf 2.3
Huiswerk paragraaf 2.3 en de rekentrainer 2.3
Uitleg en maken paragraaf 2.4
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat de risico's van beleggen zijn
Ik kan verschillende beleggingsmogelijkheden benoemen
Slide 2 - Slide
Beleggen?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat is een aandeel?
waardepapier waaruit blijkt dat iemand mede-eigenaar is van een bedrijf.
Wat ontvangt een belegger in aandelen?
Dividend over zijn aandelen ( als er voldoende winst is)
Slide 7 - Slide
Beleggingsfonds
Bijna elke grote bank heeft een eigen beleggingsfonds.
Je kunt hier aandelen van kopen.
Je geld wordt verdeeld over allerlei aandelen.
Je loopt hierbij minder risico.
Mensen met verstand van aandelen, beleggen dan voor jou.
Slide 8 - Slide
Dividend
Winst uit je aandelen noem je dividend.
Slide 9 - Slide
De koers van aandelen
De koers kan omlaag gaan, dan maak je verlies.
De koers kan omhoog gaan, dan maak je winst.
Slide 10 - Slide
www.beurs.nl
Slide 11 - Link
Wat is een obligatie?
Waardepapier waaruit blijkt dat een bedrijf of de overheid geld schuldig is aan de eigenaar van dat waardepapier.
Wat ontvangt een belegger in obligaties?
jaarlijks vaste rente
eind van de looptijd het geleeende geld terug
Slide 12 - Slide
Obligaties
Als je in obligaties belegt, leen je geld uit aan een onderneming of de overheid.
Je krijgt jaarlijks vaste rente, en je krijgt je geld aan het eind van de looptijd terug.
Je kunt ze voor die tijd wel verkopen, dan krijg je de waarde van dat moment.
Met obligaties loop je minder risico.
Slide 13 - Slide
Obligatie= schuldbewijs
Kenmerken?
1. hoger rente percentage dan
bij een spaarrekening
2. weinig risico
3. grote lening opgedeeld in
kleine obligaties (leningen)
Slide 14 - Slide
Hoe verdien ik geld met aandelen of obligaties
Aankoopkoers De prijs waarop je aandelen/obligaties inkoopt
Verkoopkoers
De prijs waarop je deze bezittingen weer verkoopt
Doel: Als de verkoopkoers boven de aankoopkoers ligt, maak je winst!
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhaling paragraaf 2.4 Risico's van beleggen
Aan de slag met de opdracht van paragraaf 2.4
Slide 17 - Slide
Een obligatie is een waardepapier waaruit blijkt dat iemand medeeeigenaar is van een onderneming
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Met een ...... heb je een vaste looptijd
A
aandeel
B
beleggingsfonds
C
obligatie
Slide 19 - Quiz
Stel, Anna heeft honderd aandelen Unilever gekocht op het dieptepunt in jaar 1, en ze had deze op het hoogtepunt eind jaar 2 weer verkocht. Hoeveel koerswinst zou ze dan gemaakt hebben?
Slide 20 - Open question
Het aandeel was in jaar 1 €17 en eind jaar 2 €24. Hoeveel % is de winst?