Oefentoets spelling 4 kader

Bij werkwoorden uit het Engels gebruik je
A
De Engelse regels
B
De Nederlandse regels
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Bij werkwoorden uit het Engels gebruik je
A
De Engelse regels
B
De Nederlandse regels

Slide 1 - Quiz

Voltooid deelwoord van vergissen

Slide 2 - Open question

Voltooid deelwoord van verliezen

Slide 3 - Open question

Mijn zus … (gamen) vaak de hele avond

Slide 4 - Open question

een … (eikenhout) tafel

Slide 5 - Open question

de … (polyester) ramen

Slide 6 - Open question

de … (stranden) reizigers

Slide 7 - Open question

de … (kopen) tomaten

Slide 8 - Open question

de … (redden) zwemmer

Slide 9 - Open question

meervoud van kerstmenu

Slide 10 - Open question

meervoud van bureau

Slide 11 - Open question

meervoud van idee

Slide 12 - Open question

meervoud van melodie

Slide 13 - Open question

maak een samenstelling van
jongen + naam

Slide 14 - Open question

maak een samenstelling van
pan + koek

Slide 15 - Open question

maak een samenstelling van beer + trots

Slide 16 - Open question