2.1 Wereldsysteem

centrum-periferie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

centrum-periferie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Einde van deze les kun je de volgende vragen beantwoorden:
  • Wat wordt bedoeld met de neokolonialisme
  • Wat is ruilvoetverslechtering?
  • Wat is Triade en wat is Global shift?

Slide 2 - Slide

centrum-periferie

Slide 3 - Slide

Wereldsysteem

Bouwstenen (landen), 

  1. centrum / semiperiferie / periferie 
  2. economische activiteiten en omvang                            
  3. relaties: politiek / economisch / cultureel



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Global Shift

Slide 6 - Slide

Goederenstromen

Slide 7 - Slide

Nike

Slide 8 - Slide

NEOKOLONIALISME
Periferie blijft gebonden aan de kernlanden. Armere landen economisch afhankelijk zijn van rijke landen, ondanks politieke onafhankelijkheid.  Wie zijn nu de machthebbers?

Waarom blijft afhankelijkheid?


Multinationals

Eenzijdige handel periferie:
samenstelling & richting (bestemming) 

Slide 9 - Slide

Triade, maar dit verandert!

Slide 10 - Slide

ruilvoetverslechtering

Slide 11 - Slide

Ruilvoet
  • Ruilvoetverslechtering

Slide 12 - Slide

  • Ruilvoetverslechtering:
  •                 
Je moet meer producten exporteren om hetzelfde te 
                       kunnen importeren. 










Oorzaak: eenzijdige handel periferie:  samenstelling  & richting (bestemming) 
 

Slide 13 - Slide

Wereldsysteem verandert door globalisering
Vroeger:
Periferie: export grondstoffen
Centrum: verwerking tot halffabricaten en eindproducten

Nu:
Periferie: export grondstoffen
Semiperiferie: verwerking tot halffabricaten en eindproducten
Centrum: Hoofdkantoren, R&D en afzetmarkt

Slide 14 - Slide

Aan de slag:
H2 §1: vraag B: 2+3+5+6+7 H:8 V:9


Slide 15 - Slide

CSE vraag
  • Mondiale drugshandel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

CSE vraag
Mondiale drugshandel
Stelling: "De productie van en de handel in drugs past in het centrum-periferiemodel."

  • Geef 2 argumenten voor deze stelling
  • Geef 2 argumenten tegen deze stelling

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Voor
  1. Consumptie vindt vooral plaats in centrumgebieden
  2. Meeste handelsstromen gericht op centrumgebieden
  3. Verbouw grondstoffen vindt vooral plaats in perifere gebieden 

Slide 20 - Slide

Tegen
  1. Belangrijke financiele centra in perifere gebieden
  2. Handelsstromen tussen perifere gebieden
  3. Perifeer land als Colombia teelt maar ook productie (= verwerking) 

Slide 21 - Slide

Type kolonie?
vestigingskolonie / exploitatiekolonie
Hoe te zien?

Slide 22 - Slide

Wat zijn centrumlanden?
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkelde landen in de periferie.

Slide 23 - Quiz

India is duidelijk op weg naar meer ontwikkeling door meer industrie en diensten. India behoort tot...
A
het centrum
B
de semi-periferie
C
de periferie
D
de post-periferie

Slide 24 - Quiz

Hegemoniale staten liggen in de periferie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Welk exportproduct laat zien dat India een semi-perifeer land is?
A
ijzererts
B
(goedkope) medicijnen
C
parels
D
voedsel

Slide 26 - Quiz

BRICS en NIC's horen bij
A
Centrum
B
Semi-Periferie
C
Periferie

Slide 27 - Quiz

Welke sector is het grootst
in de semi-periferie?
A
Diensten
B
Agrarische
C
Industrie

Slide 28 - Quiz

Welke categorie landen sturen de globalisering?
A
Centrum
B
Semi-periferie
C
Periferie

Slide 29 - Quiz

De internationale arbeidsverdeling (wie doet wat in de wereld) is ontstaan tijdens de koloniale periode
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Wat is fragmentarische modernisering?

Slide 31 - Open question

Wat is neo-kolonialisme?
A
centrumlanden domineren zelfstandige landen
B
centrumlanden domineren kolonies
C
periferielanden worden steeds machtiger
D
periferielanden domineren centrumlanden

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Gevolgen
  • Productie van (vooral) laagwaardige goederen steeds meer naar lagelonenlanden. 
  • De semiperiferie wordt belangrijke producent van goederen en diensten. 
  • Veel maakindustrie verdwijnt uit de centrumlanden. 

Slide 34 - Slide

Global shift gebeurt van..
A
periferie -> centrum
B
(semi)periferie -> centrum
C
Centrum -> (semi)periferie
D
Semi-periferie -> periferie

Slide 35 - Quiz

Welke uitspraak(en) is/zijn juist?
A
Global Shift is zichtbaar
B
Triade beheerst de wereldhandel
C
Goederenproductie is groter in Europa dan in de VS

Slide 36 - Quiz