This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Quiz leereenheid 1 en 2
Slide 1 - Slide
Uithoudingsvermogen is de weerstand die je kunt bieden tegen optredende vermoeidheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Weersomstandigheden, kleding en voeding zijn omstandigheden die van invloed zijn op de prestatie van een sporter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Supercompensatie kan oneindig doorgaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Supercompensatie is het moment van volwaardig herstel tot oorspronkelijke uitgangswaarde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Toepassen van overload is het steeds laten stijgen van omvang en intensiteit van de training
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Op de lange termijn zal je steeds meer en zwaarder moeten trainen om resultaat te boeken.
A
Overload
B
Specificiteit
C
Supercompensatie
D
Individualiteit
Slide 7 - Quiz
Krachttraining speelt een grote rol in het totale trainingsprogramma voor nagenoeg alle sporten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
De trainingsbelasting bestaat uit de volgende bouwstenen: Duur, Omvang, Intensiteit en Pauze
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Lenige sporters zijn gemiddeld sneller dan niet lenige sporters
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Er zijn algemene, specifieke en wedstrijdoefeningen. Specifieke oefeningen zijn oefeningen die gericht zijn op o.a. de ontwikkeling van spieren die bij de betreffende tak van sport worden gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
De vaardigheid van het zenuw- en spierstelsel om uitwendige weerstanden te overwinnen, tegen te werken en/ of vast te houden
A
Snelheid
B
Coördinatie
C
Kracht
D
Uithoudingsvermogen
Slide 12 - Quiz
Bewegingen waarbij precisie, timing en samenspel van meerdere spiergroepen vereist is.
A
Snelheid
B
Coördinatie
C
Kracht
D
Uithoudingsvermogen
Slide 13 - Quiz
De efficiëntie en effectiviteit van een beweging verbeteren doen we tijdens
A
Tactiektraining
B
Techniektraining
C
Mentale training
D
Conditietraining
Slide 14 - Quiz
twee of drie samenhangende trainingen noemen we een?
A
Micro planning
B
Meso planning
C
Macro planning
D
Jaar planning
Slide 15 - Quiz
Een aantal weken niet trainen is in de sport achteruitgang, over welke trainingswetmatigheid hebben we het?
A
Verminderde meeropbrengst
B
Omkeerbaarheid
C
Specificiteit
D
Duurzaamheid
Slide 16 - Quiz
"stilstaan is achteruitgang" deze uitspraak hoort bij:
A
Omkeerbaarheid
B
Duurzaamheid
C
Supercompensatie
D
Individualiteit
Slide 17 - Quiz
"Je traint datgene wat je wilt verbeteren."
A
Individualiteit
B
Overload
C
Specificiteit
D
Duurzaamheid
Slide 18 - Quiz
Verbeteringen die geleidelijk ontstaan, blijven langer behouden