4K H1_Taalverzorging_Formuleren

Nederlands
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

H1_Taalverzorging
Formuleren

Slide 2 - Slide

Programma
Welkom
Startopdracht
Hoofdstuk 1 taalverzorging, formuleren
Opdracht samen maken
Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Je leert hoe je  lastige werkwoorden  kunt vervoegen en spellen,

zoals: liggen/leggen/kennen/kunnen

Slide 4 - Slide

Startopdracht
  1. Kon --> kende
  2. Kon rijmt op perron, kende niet
  3. wou --> verleden tijd willen is wilde 

Slide 5 - Slide

Lastige werkwoorden
Kennen: iets weten of iets geleerd hebben
kunnen: in staat zijn om iets te doen
liggen: zich bevinden, rusten
leggen: iets doen, neerleggen

Slide 6 - Slide

1. 'Nog drie dagen werken en dan ... we lekker op het strand', zei mijn vader
A
liggen
B
leggen

Slide 7 - Quiz

2. De AH-bezorgers ... alle boodschappen op tafel.
A
liggen
B
leggen

Slide 8 - Quiz

3. Mijn oudere zussen ... elke zaterdag tot 13.00 uur in bed.
A
liggen
B
leggen

Slide 9 - Quiz

4. 'Sommige zwemmers ... de borstcrawl nog niet zo goed', zei de zwemtrainer.
A
kennen
B
kunnen

Slide 10 - Quiz

5. Een paar vakkenvullers ... de nieuwe bedrijfsleider nog niet.
A
kennen
B
kunnen

Slide 11 - Quiz

6. De volleyballers ... geen goede wedstrijdstrategie bedenken.
A
kennen
B
kunnen

Slide 12 - Quiz

7. De schoonmaker ... mijn spullen ergens anders neer.
A
legde
B
legt
C
lag
D
ligt

Slide 13 - Quiz

8. Mevrouw Smith houdt alles in de gaten; zij ... de hele buurt.
A
kende
B
kan
C
kon
D
kent

Slide 14 - Quiz

Opdracht samen maken
Opdracht 2

Slide 15 - Slide

Opdracht 2
  1. Veel gasten leggen hun mobiel naast hun bord tijdens het eten.
  2. Ik kan iedereen die op de schoolfoto staat bij naam noemen.
  3. Ken jij de woordlijstwoorden van hoofdstuk drie al uit je hoofd?
  4. Er liggen hier nog pepernoten van vorig jaar!
  5. Wie heeft zijn handdoek in de kleedkamer laten liggen?
  6. Als je kunt volleyballen, mag je meedoen met het schooltoernooi.
NB: in zin 6 is ‘je kan’ ook goed, maar veel mensen vinden ‘je kunt’ in schrijftaal wat netter.

Slide 16 - Slide

(huis)werk
H1 Taalverzorging (formuleren) 
opdracht 1, 3, 4 en 5

Zorg dat je alle opdrachten van taalverzorging H1 maakt!


timer
20:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lezen
Pak je leesboek erbij en ga in stilte lezen.
timer
10:00

Slide 19 - Slide