HEY 6.1 Overheidsingrijpen

6.1 Overheidsingrijpen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.1 Overheidsingrijpen

Slide 1 - Slide

Deelvraag
Waarom en hoe grijpt de overheid in?

Slide 2 - Slide

Collectieve goederen
  • Individuele goederen - producten die kunnen worden gesplitst in individueel leverbare eenheden, waarvoor een prijs gevraagd kan worden
  • Collectieve goederen - producten die niet gesplitst kunnen worden in individuele eenheden
  • Quasi-collectieve goederen - wanneer de overheid een individueel product aanbiedt

Slide 3 - Slide

Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect: 
effect als gevolg van 
productie en/of consumptie voor 
de welvaart van anderen  --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  positieve externe effecten

Slide 4 - Slide

Externe effecten
Extern effect: Een gevolg van vraag of aanbod waar geen prijs voor wordt betaald. De private kosten/opbrengsten zijn NIET gelijk aan de maatschappelijke kosten/opbrengsten

Negatieve externe effecten: Extern effect waarbij de welvaart van de maatschappij daalt.

Positieve externe effecten: Extern effect waarbij de welvaart groeit. 

Slide 5 - Slide

Privatiseren
Bij privatiseren verkoopt de overheid een dienst of activiteit aan de particuliere sector.

Redenen om te privatiseren:
  • Geen verantwoordelijkheid meer voor overheid
  • Bedrijven doen het beter en/of goedkoper

Voorbeelden van privatisering: KPN, NS, PostNL

Slide 6 - Slide

Is privatiseren goed???

Slide 7 - Slide

collectivisatie en privatisering
taken worden overgeheveld van particuliere sector naar collectieve sector
taken worden overgeheveld van collectieve sector naar particuliere sector

Slide 8 - Slide

(De)regulering
Regulering: De overheid bemoeit zich meer met de economie en de economie schuift meer op in de richting van de planeconomie (nationalisering, coronasteun)

Deregulering: De overheid bemoeit zich minder met de economie en de economie schuift op in de richting van de vrijemarkteconomie (privatisering).

Slide 9 - Slide

Vroeger was PostNL een staatsbedrijf. Het is van de collectieve sector naar de particuliere sector gegaan. Dit heet..
A
nationalisatie
B
collectivisatie
C
particulierisatie
D
privatisering

Slide 10 - Quiz

Wat zijn externe effecten?
A
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden waarvoor niet wordt betaald.
B
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden waarvoor niet hoeft te worden betaald.
C
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden en buiten plaatsvinden.
D
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden waar je niets aan kan doen.

Slide 11 - Quiz

Externe effecten zijn altijd negatief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Waarom moet de overheid ingrijpen op de markt
A
Om collectieve producten te maken
B
Om negatieve externe effecten tegen te gaan
C
Tegengaan van marktmacht
D
Alle drie antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN gevolg van externe effecten?
A
Prijs verandert
B
Maatschappelijke kosten stijgen
C
Negatieve invloed op milieu

Slide 14 - Quiz

Waarom kan de overheid jou niet verbieden om gebruik te maken van een collectief goed?
A
Het wordt aan iedereen persoonlijk geleverd, dus ook aan jou
B
Je hebt voldoende geld om het product te betalen
C
Collectieve goederen worden tegen kostprijs geleverd en zijn dus goedkoop
D
je kunt niet uitgesloten worden van het gebruik, ook wanneer je er niet voor betaalt.

Slide 15 - Quiz

Wat is een voordeel van privatiseren
A
Er moet winst gemaakt worden dus het kan duurder worden
B
Het aanbod kan afnemen.
C
Niet meer voor iedereen beschikbaar.
D
Het kan goedkoper worden. De kwaliteit kan beter worden. De overheid bespaart geld

Slide 16 - Quiz

privatisering
A
een gebied beschermen door plaatsing van een hek
B
afstoten van overheidstaken naar de particuliere sector
C
als een ontwikkeling goed verloopt
D
afstoten van particuliere sector naar overheid.

Slide 17 - Quiz

Wat is GEEN gevaar van privatiseren?
A
De prijzen dalen omdat er sprake is van marktwerking.
B
Werknemers worden op grote schaal ontslaan.
C
Service/kwaliteit vermindert doordat er geen overheidstoezicht is.
D
De prijs van het aangeboden goed of dienst wordt verhoogd.

Slide 18 - Quiz

Een aantal jaren kocht de overheid
alle aandelen van de NS.
Daarna had de overheid de hele treinsector in handen.

Dit is een voorbeeld van...
A
Privatisatie
B
Collectivisatie
C
Regulering
D
Deregulering

Slide 19 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een extern effect?
A
Rommel na het concert in de ZiggoDome
B
Bouw van een nieuw stadsplein
C
Rommel na een wedstrijd van FCT buiten het stadion
D
Uitstoot van de fabriek van Tata-steel

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
6.1 Overheidsingrijpen lezen
Maken opdr. 6.1 t/m 6.5

Slide 21 - Slide