What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6.2 & 6.3
H6.2
De uitkomsten van de markt?
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H6.2
De uitkomsten van de markt?
Slide 1 - Slide
Welvaart
Schaarse goederen = goederen die beschikbaar zijn, maar niet gratis.
Welvaart = De mate waarin mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen te bevredigen.
Stijging welvaart = als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen (behoeften > middelen).
Slide 2 - Slide
Vraag en aanbod
Slide 3 - Slide
externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect:
effect als gevolg van
productie en consumptie
Negatieve externe effecten &
positieve externe effecten
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Overheidsingrijpen
Overheid probeert negatieve externe effecten te beperken door belastingen te heffen dmv bv.
Accijnzen (= belasting) heffen op bijvoorbeeld alcohol, benzine --> De gebruiker betaalt.
Overheid gebruikt dit geld om de negatieve gevolgen van bv autorijden te bestrijden.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
H6.3
De overheid, bemoeizuchtig?
Slide 8 - Slide
Collectieve sector:
- streeft
niet
naar winst
- moet
wel
uitkomen
met haar geld
dus...
begroting maken!!
Particuliere sector:
- streven naar winst
- bedrijven/burgers
- marktwerking
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
Accijns & subsidie
Accijns:
Extra belasting op tabakswaren, olie en alcohol.
Doel: Minderen van de consumptie.
Subsidie:
Extra tegemoetkoming op sommige producten en diensten.
Doel: Laten toenemen van de consumptie.
Slide 19 - Slide
Waarom zorgt de overheid voor collectieve goederen?
- apart betalen niet mogelijk
(bijv. dijken)
- kwaliteit bewaken (bijv. onderwijs)
- betaalbaar blijven voor alle burgers
(bijv. gezondheidszorg, politie)
Collectieve goederen
Slide 20 - Slide
Belasting op inkomen winst en vermogen
In Nederland betalen mensen met een hoog inkomen in verhouding meer belasting dan mensen met een laag inkomen
(= draagkrachtbeginsel).
Vlaktax = iedereen betaalt hetzelfde percentage aan belasting (sommige politici zijn hier voorstander van).
Mensen die niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien krijgen een uitkering.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Draagkrachtbeginsel:
wie een hoog inkomen heeft kan en moet dan ook meer belasting betalen.
Een directeur betaalt meer belasting dan een vuilnisman.
Profijtbeginsel:
wie ergens gebruik van maakt, dus profiteert moet hier ook voor betalen.
B.v. wegenbelasting voor de automobilisten.
Slide 23 - Slide
Wat is GEEN taak van de gemeente?
A
Riolering
B
Recreatiegebieden
C
Sportparken
D
Ouderenzorg
Slide 24 - Quiz
Wie gaat er over verbreding van de A2 tussen Utrecht en Amsterdam?
A
Provincie Noord-Holland
B
Provincie Utrecht
C
Gemeente Utrecht
D
Het Rijk
Slide 25 - Quiz
De overheid is overbodig.
A
eens
B
oneens
Slide 26 - Quiz
Een ambtenaar is ...
A
iemand die met zijn handen werkt.
B
iemand die in de Tweede Kamer werkt.
C
iemand die voor de overheid werkt.
D
iemand die een ambt vervuld.
Slide 27 - Quiz
De overheid bestaat uit het rijk en de provincies, juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
Wat zijn subsidies?
A
Vernieuwingen van producten.
B
Financiële bijdragen van overheid.
C
Financiëlen bijdrage van bedrijven.
D
Extra belastingen op producten.
Slide 29 - Quiz
Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Minder innovatie.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.
Slide 30 - Quiz
Waarop heft de overheid accijns?
A
Benzine, chocola, kleding.
B
Sigaretten, vlees, kleding.
C
Alcohol, sigaretten, benzine.
D
Alcohol, medicijnen, benzine.
Slide 31 - Quiz
Waarop zit geen accijns?
A
alcohol
B
brandstof
C
tabak
D
tijdschriften
Slide 32 - Quiz
Wat wil de overheid bereiken met accijnzen?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.
Slide 33 - Quiz
Koppel de juiste woorden aan de zinnen.
De overheid heeft invloed op ons gedrag door:
postief gedag met ... te stimuleren.
in het algemeen ... te geven.
ongewenst gedrag met ... af te remmen.
ongewenst gedrag te ...
extra belastingen en heffingen
voorlichting
verbieden
subsidie
Slide 34 - Drag question
Een andere naam voor de rijksoverheid is..
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid
Slide 35 - Quiz
More lessons like this
De overheid, bemoeizuchtig?
March 2019
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
WEEK 20 3H ECO 6.3 OVERHEID
May 2020
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3V Eco par. 6.2 en 6.3
March 2024
- Lesson with
20 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
M3 Markt en overheid H3
April 2024
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 6.3 HAVO 3C
April 2022
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 6.3 HAVO 3C
May 2022
- Lesson with
22 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
6.3 Herhalen
December 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Paragraaf3 De overheid, bemoeizuchtig?
March 2020
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3