- Whose means ‘van wie’ (‘wiens’, ‘wier’) or ‘waarvan’
E.g.: The boy whose icecream had fallen was crying.
- De jongen wiens ijsje was gevallen…
- De jongen van wie het ijsje was gevallen…
E.g.: The Italian house, whose name means ‘luck’, is 300 years old.
- Het Italiaanse huis, waarvan de naam ‘geluk’ betekent, is 300 jaar oud.