Pv tt, pv vt, vd

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
  • Aan het einde van deze les weet je hoe je de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en het voltooid deelwoord spelt. 

Slide 2 - Slide

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?

Slide 3 - Slide

persoonsvorm 
tegenwoordige tijd 
enkelvoud 
ik 
....jij/je
gebiedende wijs 
stam  
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t  
meervoud 
wij/we
zij 
jullie 
...
hele werkwoord  
Het hele werkwoord -en noemen we de stam. 
Meervoud van dingen telt ook als meervoud 
De honden lopen over straat. 
Alle planten hebben water gekregen. 
Alle stopcontacten zijn beveiligd. 
Een moeilijk woord voor hele werkwoord is infinitief 

Slide 4 - Slide

De tegenstander (aanvaarden) de uitslag niet.

Slide 5 - Open question

Jij (worden) altijd snel kwaad.

Slide 6 - Open question

Ik (vinden) klassieke muziek mooi.

Slide 7 - Open question

persoonsvorm 
verleden tijd  
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud  
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 
lopen - liepen 
slapen - sliepen 
geven - gaven 

+te
+de
+ten
+den
In de verleden tijd gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je +te of +de moet schrijven. 

Slide 8 - Slide

Gebruik 'T eX KoFSCHiP of TaXiKoFSCHiP

Slide 9 - Slide

TaXiKoFSCHiP
Ik (wachten v.t.)

Stap 1. Hele werkwoord -en
Wacht
Stap 2. Staat de laatste letter in TaXiKoFSCHiP?
Stap 3. JA? --> Te/Ten  Nee? --> De/den
Stap 4. Ik wachtte

Slide 10 - Slide

Vul de pvvt in: De docent (starten) de les en (controleren) het huiswerk.

Slide 11 - Open question

Vul de pvvt in: De hond van de buren (blaffen) erg hard

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord vertelt dat iets klaar is of afgelopen. Dit is de voltooide tijd.
  • Het voltooid deelwoord begint meestal met ge-. Daarna volgt de aangepaste stam (ik-vorm).
  • Een voltooid deelwoord eindigt op –en, -t of - d
 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe schrijf je het nou?
Het voltooid deelwoord eindigt op -t als de stam (hele werkwoord zonder -en) eindigt op een t, x, k, f, s, c, (c)h of p. Dat zijn de medeklinkers in taxikofschip.

Slide 16 - Slide

Taxikofschip 
Wel? stam + t                            Niet? stam + d
Hele werkwoord
stam
stam + te(n)
vd eindigt op t
Kosten
kost
kostte(n)
gekost
Mixen
mix
mixte(n)
gemixt
Gebruiken
gebruik
gebruikte(n)
gebruikt

Slide 17 - Slide

Taxikofschip
           Wel? stam + t                                                           Niet? stam + d
Hele werkwoord
stam
stam + de(n)
vd eindigt op d
antwoorden
antwoord
antwoordde(n)
geantwoord
wandelen
wandel
wandelde(n)
gemixt
voeren
voer
voerde(n)
gevoerd

Slide 18 - Slide

Let op!
De stam van werkwoorden die eindigen op -ven en -zen eindigt op -v en -z (hele werkwoord zonder -en). De -v en de -z zitten niet in taxikofschip en dus eindigt het voltooid deelwoord op d.


Hele werkwoord
stam
ik-vorm
stam + de(n)
vd eindigt op d
leven
lev
leef 
leefde(n)
geleefd
vrezen
vrez
vrees
vreesde(n)
gevreesd

Slide 19 - Slide

Belangrijk!
                                        
                                     Een voltooid deelwoord eindigt nooit op dt!

Slide 20 - Slide

Opdracht
Vul de sollicitatiebrief aan

Slide 21 - Slide

Lees de tekst 
  https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/2019/01/hoe-een-dt-fout-de-dag-van-bezorger-niels-verknalde/ 

  •  Welke d/t-fout heeft de baas van Niels gemaakt?
  • Welk betekenisverschil krijg je hierdoor?
  • Noteer woorden die je niet begrijpt




Slide 22 - Slide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?

De persoonsvorm (pv) tegenwoordige tijd enkelvoud kan hetzelfde klinken als het voltooid deelwoord (vd), maar je schrijft de twee vormen niet op dezelfde manier:​


De docent beoordeelt de werkstukken. (pv)​
De docent heeft de werkstukken beoordeeld. (vd)​


Slide 23 - Slide

Aan de slag
Nu Nederlands -> Taalverzorging
2.1 en 2.2: pvtt en pvvt

Slide 24 - Slide

kahoot
https://create.kahoot.it/share/voltooid-deelwoord/b4144a26-c879-408e-ade7-1e67c08c92e1

Slide 25 - Slide