What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HAVO H1.2: Elektrische energie opwekken / Vermogen en energie
Elektriciteit HAVO - berekeningen
1.2 Vermogen en energie blz. 19 - 23 (theorie)
- Elektrisch vermogen
- Het energieverbruik berekenen
- Energie meten in Joule
- Energie meten in kWh
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Elektriciteit HAVO - berekeningen
1.2 Vermogen en energie blz. 19 - 23 (theorie)
- Elektrisch vermogen
- Het energieverbruik berekenen
- Energie meten in Joule
- Energie meten in kWh
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
Leg uit wat vermogen is.
Bereken het vermogen, spanning of stroom met
Bereken energie, vermogen of tijd met
P
=
U
⋅
I
E
=
P
⋅
t
Slide 2 - Slide
Vermogen
is verbruikte elektrische
energie per seconde
(in Watt [W])
op een apparaat wordt altijd het
maximale vermogen
vermeld ook als deze verschillende standen heeft.
spanning en stroomsterkte bepalen het vermogen. (P = U x I)
Slide 3 - Slide
Elektrisch vermogen (blz. 19-20)
De hoeveelheid verbruikte
energie per seconde
.
U is spanning in Volt [V]
I is stroom in Ampère [A]
P is vermogen in Watt [W]
P
=
U
⋅
I
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 1
Slide 6 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 1
1. U = 6 V ; I = 1,0 A
2. P = ? W
3. P = U x I
4. P = 6 V x 1,0 A
P = 6,0 W
5. Het vermogen in proef 1 is 6,0 watt.
Slide 7 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 2
Slide 8 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 2
1. U = 12V ; I = 1,0A
2. P = ? W
3. P = U x I
4. P = 12 V x 1,0 A
P = 12,0 W
5. Het vermogen in proef 2 is 12,0 watt.
Slide 9 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 3
1. U = 6 V ; I = 2,0A
2. P = ?
3. P = U x I
4. P = 6 V x 2,0 A
P = 12,0 W
5. Het vermogen in proef 3 is 12,0 watt.
Slide 10 - Slide
Zoek op internet een filmpje over: Uitleg energieverbruik van Meneer Wietsema.
Ga daarna verder met de LessonUp!
Slide 11 - Slide
Elektrische energie / Het energieverbruik berekenen (blz. 20)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
E is energieverbruik in joule (J)
E
=
P
⋅
t
Slide 12 - Slide
De J
(oule)
als eenheid (blz. 21)
1 Joule [J] is een kleine hoeveelheid energie.
Daarom gebruik je meestal:
kJ = 1000 J = 10
3
J
MJ = 1.000.000 J = 10
6
J
Elektrische energie verbruik wordt niet in Joule gemeten maar om praktische redenen in kWh.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld opdracht 1
Johan gebruikt een mixer van 350 W om slagroom te kloppen. Na 3,0 min kloppen is de slagroom klaar en zet hij het apparaat uit.
Bereken het energieverbruik van de mixer in kJ.
Slide 14 - Slide
Johan gebruikt een mixer van 350 W om slagroom te kloppen. Na 3,0 min kloppen is de slagroom klaar en zet hij het apparaat uit.
Bereken het energieverbruik van de mixer in kJ.
1. Vermogen (P) = 350 W; t = 3,0 min = 180 s
2. Energieverbruik (E) = ? kJ
3. E = P x t
4. E = 350 W x 180 s = 63.000 J = 63 kJ
5. Het energieverbruik van de lamp is 63 kJ
Slide 15 - Slide
J
(oule)
of kWh,
that's the question …(blz. 21-22)
Als P in [W] en tijd in [s] => E = P x t => [J] (
natuurkundig
)
Als P in [kW] en tijd in [h] => E = kW x u => [kWh] (
praktisch
)
1 kWh = 1000(w).3600(s) = 3.600.000 J = 3,6 x 10
6
J = 3,6 MJ
De kWh is een praktische maat voor de energie leverancier.
Slide 16 - Slide
Voorbeeld opdracht 2
Hugo schat dat zijn bereautlamp (6 W) in een maand ongeveer 60 uur brandt.
Bereken:
- Hoeveel elektrische energie de lamp in 60 uur verbruikt.
- Hoeveel die elektrische energie kost. 1kWh kost €0,23.
Slide 17 - Slide
Hugo schat dat zijn bereautlamp (6 W) in een maand ongeveer 60 uur brandt.
Bereken:
- Hoeveel elektrische energie de lamp in 60 uur verbruikt.
- Hoeveel die elektrische energie kost. 1kWh kost €0,23.
1. P = 6W = 0,006 kW
t = 60 uur
2. E = ? J
3. E = P x t
4. E = 0,006 x 60 = 0,36 kWh
=> Energiekosten = 0,36 x €0,23 =
€ 0,08
Slide 18 - Slide
Maken: opgave 7 (blz. 26)
timer
5:00
Slide 19 - Slide
Uitwerking opgave 7, blz. 26
Het verhitten van water:
E = P x t = 1.200 W X 30 S = 36.000J = 36 kJ
Het water door de koffie persen:
E = P x t = 200 W X 20 S = 4.000J = 4,0 kJ
E,totaal = 36 + 4,0 = 40 kJ (ong. 0,011 kWh)
Slide 20 - Slide
Het vermogen is:
A
secondes in energie gemeten
B
energie per seconde gemeten
Slide 21 - Quiz
De grootheid van vermogen is ….. en de eenheid is …… of …….
A
Watt, P, kP
B
P, Watt, kWatt
Slide 22 - Quiz
De formule om het vermogen te berekenen is:
A
P x U = I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
t = E : p
Slide 23 - Quiz
De grootheid van elektrische energie wordt aangegeven met:
A
E
B
e
C
J
D
j
Slide 24 - Quiz
De eenheid van elektrische energie is:
A
E
B
e
C
J
D
j
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
VWO H1.1: Elektrische energie opwekken / Vermogen en energie
September 2020
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
6.5 Elektrische energie
March 2024
- Lesson with
28 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 elektrische energie
December 2021
- Lesson with
25 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 Elektrische energie
April 2023
- Lesson with
23 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Overal1-2 VH hfst 6.5 elektrische energie
March 2023
- Lesson with
35 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 elektrische energie
April 2022
- Lesson with
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 Elektrische energie
April 2023
- Lesson with
35 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 elektrische energie
March 2024
- Lesson with
18 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2