What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VWO H1.1: Elektrische energie opwekken / Vermogen en energie
Elektriciteit VWO - berekeningen
1.1 Elektrische energie opwekken blz. 13 - 15 (theorie)
- Elektrisch vermogen
- Het energieverbruik berekenen
- Energie meten in Joule
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Elektriciteit VWO - berekeningen
1.1 Elektrische energie opwekken blz. 13 - 15 (theorie)
- Elektrisch vermogen
- Het energieverbruik berekenen
- Energie meten in Joule
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
Leg uit wat vermogen is.
Bereken het vermogen, spanning of stroom met
Bereken energie, vermogen of tijd met
P
=
U
⋅
I
E
=
P
⋅
t
Slide 2 - Slide
Vermogen
is verbruikte elektrische
energie per seconde
(in Watt [W])
op een apparaat wordt altijd het
maximale vermogen
vermeld ook als deze verschillende standen heeft.
spanning en stroomsterkte bepalen het vermogen. (P = U x I)
Slide 3 - Slide
Elektrisch vermogen (blz. 13-14)
De hoeveelheid verbruikte
energie per seconde
.
U is spanning in Volt [V]
I is stroom in Ampère [A]
P is vermogen in Watt [W]
P
=
U
⋅
I
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 1
Slide 6 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 1
1. U = 6 V ; I = 1,0 A
2. P = ? W
3. P = U x I
4. P = 6 V x 1,0 A
P = 6,0 W
5. Het vermogen in proef 1 is 6,0 watt.
Slide 7 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 2
Slide 8 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 2
1. U = 12V ; I = 1,0A
2. P = ? W
3. P = U x I
4. P = 12 V x 1,0 A
P = 12,0 W
5. Het vermogen in proef 2 is 12,0 watt.
Slide 9 - Slide
Bereken het vermogen bij proef 3
1. U = 6 V ; I = 2,0A
2. P = ?
3. P = U x I
4. P = 6 V x 2,0 A
P = 12,0 W
5. Het vermogen in proef 3 is 12,0 watt.
Slide 10 - Slide
Zoek op internet een filmpje over: Uitleg energieverbruik van Meneer Wietsema.
Ga daarna verder met de LessonUp!
Slide 11 - Slide
Elektrische energie / Het energieverbruik berekenen (blz. 14)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
E is energieverbruik in joule (J)
E
=
P
⋅
t
Slide 12 - Slide
De J
(oule)
als eenheid
1 Joule [J] is een kleine hoeveelheid energie.
Daarom gebruik je meestal:
kJ = 1000 J = 10
3
J
MJ = 1.000.000 J = 10
6
J
Elektrische energie verbruik wordt niet in Joule gemeten maar om praktische redenen in kWh.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld opdracht 1
Een ledlamp blijft 4,0 minuten branden als de sensor in de lamp een beweging heeft gesignaleerd.
Bereken het energieverbruik van de lamp (in kJ).
Slide 14 - Slide
Een ledlamp van 10 W, blijft 4,0 minuten branden als de sensor in de lamp een beweging heeft gesignaleerd.
Bereken het energieverbruik van de lamp (in kJ).
1. Vermogen (P) = 10 W; t = 4,0 min = 240 s
2. Energieverbruik (E) = ? kJ
3. E = P x t
4. E = 10 W x 240 s = 2400 J = 2,4 kJ
5. Het energieverbruik van de lamp is 2,4 kJ
Slide 15 - Slide
J
(oule)
of kWh,
that's the question ...
Als P in [W] en tijd in [s] => E = P x t => [J] (
natuurkundig
)
Als P in [kW] en tijd in [h] => E = kW x u => [kWh] (
praktisch
)
1 kWh = 1000(w).3600(s) = 3.600.000 J = 3,6 x 10
6
J = 3,6 MJ
De kWh is een praktische maat voor de energie leverancier.
Slide 16 - Slide
Voorbeeld opdracht 2
De Enecogen-centrale (870MW) werkt in de week van 14-21 oktober gemiddeld op 70 procent van zijn maximale vermogen.
Bereken hoeveel elektrische energie deze centrale in die week (7,0 d) produceerde.
Slide 17 - Slide
De Enecogen-centrale (870MW) werkt in de week van 14-21 oktober gemiddeld op 70 procent van zijn maximale vermogen.
Bereken hoeveel elektrische energie deze centrale in die week (7,0 d) produceerde.
1. P = 70% van 870MW = 609 MW = 6,09 *10
8
W
t = 7 dagen = 7 x 24 x 60 x 60 = 604800 s
2. E = ? J
3. E = P x t
4. E = 6,09 *108 x 604800 = 3,7 * 10
14
J
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Maken: opgave 8 (blz. 19)
timer
5:00
Slide 21 - Slide
Uitwerking opgave 8, blz. 19
Het verhitten van water:
E = P x t = 1.200 W X 30 S = 36.000J = 36 kJ
Het water door de koffie persen:
E = P x t = 200 W X 20 S = 4.000J = 4,0 kJ
E,totaal = 36 + 4,0 = 40 kJ (ong. 0,011 kWh)
Slide 22 - Slide
Het vermogen is:
A
secondes in energie gemeten
B
energie per seconde gemeten
Slide 23 - Quiz
De grootheid van vermogen is ….. en de eenheid is …… of …….
A
Watt, P, kP
B
P, Watt, kWatt
Slide 24 - Quiz
De formule om het vermogen te berekenen is:
A
P x U = I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
t = E : p
Slide 25 - Quiz
De grootheid van elektrische energie wordt aangegeven met:
A
E
B
e
C
J
D
j
Slide 26 - Quiz
De eenheid van elektrische energie is:
A
E
B
e
C
J
D
j
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
HAVO H1.2: Elektrische energie opwekken / Vermogen en energie
September 2020
- Lesson with
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
6.5 elektrische energie
December 2021
- Lesson with
25 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 Elektrische energie
April 2023
- Lesson with
23 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
6.5 Elektrische energie
March 2024
- Lesson with
28 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 elektrische energie
April 2022
- Lesson with
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Overal1-2 VH hfst 6.5 elektrische energie
March 2023
- Lesson with
35 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 elektrische energie
March 2024
- Lesson with
18 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.5 Elektrische energie
April 2023
- Lesson with
35 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2