voegwoord (vw) = verbindt twee zinsdelen of twee zinnen met elkaar. bijvoorbeeld: want, maar, en, of, omdat, doordat, dat twee zinsdelen:
Hebben jullie een kat en een hond?
We gaan dit weekend zwemmen of naar de stad.
een hoofdzin en een bijzin:
Ik ga meteen beginnen, omdat ik veel huiswerk heb.
Omdat ik veel huiswerk heb,|| ga ik meteen beginnen.