Hoofdstuk 4 spelling (les 2 do)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • eventueel je etui en je leerwerkboek;
  • je laptop (Log alvast in).
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • eventueel je etui en je leerwerkboek;
  • je laptop (Log alvast in).

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat weet je al? 4.7/4.8
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Slide

Een zinsdeel is een meewerkend voorwerp als het begint met aan of voor...
A
en als je dat voorzetsel kunt weghalen.
B
en als je dat voorzetsel NIET kunt weghalen.

Slide 3 - Quiz

De puntentelling bij tennis is voor een beginner lastig te volgen.
mv =
A
de puntentelling
B
bij tennis
C
voor een beginner
D
geen mv in deze zin

Slide 4 - Quiz

Na de repetitie gaf de docent de leerling een voldoende.
mv =
A
geen mv
B
de docent
C
de leerling
D
een voldoende

Slide 5 - Quiz

Een ___ geeft aan van wie iets is.
Wat hoort er op het streepje te staan?
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
bezittelijk voornaamwoord (bzv)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
persoonlijk voornaamwoord (psv)

Slide 6 - Quiz

Een ___ heeft een onderwerps- en
een voorwerpsvorm.
Wat hoort er op het streepje te staan?
A
zelfstandig naamwoord (zn)
B
bezittelijk voornaamwoord (bzv)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
persoonlijk voornaamwoord (psv)

Slide 7 - Quiz


Benoem de onderstreepte woorden.
Wij eten ons broodje op
terwijl we op onze telefoon kijken.
lw, bn, zn, vz vw, kww hww, zww, psv en bzv.

Slide 8 - Open question

Antwoord
Wij eten ons broodje op, terwijl we op onze telefoon kijken.

wij = psv (persoonlijk voornaamwoord)
eten = zww (zelfstandig werkwoord)
op = vz (voorzetsel)
terwijl = vw (voegwoord)
onze= bzv (bezittelijk voornaamwoord)
telefoon = zn (zelfstandig naamwoord)

Slide 9 - Slide

Maak één zin met daarin twee keer het woordje jullie: één keer als psv en één keer als bzv.

Slide 10 - Open question

Voorbeeld
In de pauze kunnen jullie jullie boterhammen opeten.
psv      bzv    

Slide 11 - Slide


Ontleed de zin in vaste volgorde:
Je hersenen worden moe als je veel boeken leest.
Onderstreep pv, zet zinsdeelstrepen, ook ||.
wg/ng, o en lv.

Slide 12 - Open question

Antwoord
Je hersenen | worden | moe || als | je | veel boeken| leest.
o                          ng            ng            -      o                 lv               wg

Slide 13 - Slide

Werkmoment
  • Maak van 4.9 spelling: 1 tot en met 9 (we maken opdracht 2 en 5 niet). Dit is vóór maandag 29 maart af. 
  • Af? Start met Test jezelf 4.5 woorden.
  • Heb je alle opdrachten van 4.7 en 4.8 af en nagekeken?
  • Heb je nog vragen over 4.7 of 4.8?


4.8: 1 tot en met 12.
( 2, 5 en 11 niet).
4.7: 1 tot en met 11. 
(2 en 9 niet).

Slide 14 - Slide

Afsluiting
  • Straks verder met 4.9 Spelling. 

Slide 15 - Slide