Dag 7

Woorden
Thema 12:  Vriendschap - DAG 7
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woorden
Thema 12:  Vriendschap - DAG 7

Slide 1 - Slide

De woorden van vandaag:
het rekenen
rekenen
samen
shoppen
sinds
sommige
soms
het spel
de taal

Slide 2 - Slide

het rekenen (znw)

  • werken met getallen
  • + - /  x

  • zin: Op school leren we taal en rekenen.
  • zin: 38 + 33 = .... 75??? Jij bent niet goed in het rekenen!
extra

Slide 3 - Slide

rekenen (ww)
  • werken met getallen
  • TT - ik reken - jij rekent - wij rekenen
  • VT - ik rekende - wij rekenden
  • VTD - ik heb gerekend

  • zin: Ik reken vier keer per week.
  • zin: Er zit een fout in de toets, de docent rekent de sommen na.
45

Slide 4 - Slide

samen
  • met andere mensen
  • bij elkaar of met elkaar

  • zin: Het meisje en de jongen maken samen de opdracht.
  • zin: Ik ga samen met mijn vriend naar de winkel.
46

Slide 5 - Slide

shoppen (ww)
  • winkelen
  • TT - ik shop - jij shopt - wij shoppen
  • VT - ik shopte - wij shopten
  • VTD - ik heb geshopt
  • zin: Ik vind het leuk om kleding te shoppen.
  • zin: Mr. Bean gaat shoppen in de winkel.
47

Slide 6 - Slide

sinds
  • vanaf dat moment
  • van vroeger tot nu

  • zin: Sinds gisteren is mijn auto stuk. Ik ga vandaag met de trein.
  • zin: Ik kom uit Eritrea. Sinds november ben ik in Nederland.
48

Slide 7 - Slide

sommige
  • een paar, niet alle 
  • vrij kleine hoeveelheid

  • zin: Sommige mensen hebben een bril.
  • zin: Sommige mensen durven niet in een lift.
49

Slide 8 - Slide

soms
  • niet altijd, af en toe

  • zin: Ik vind rekenen moeilijk! Maar soms is het makkelijk.
  • zin: In mijn vrije tijd ga ik soms winkelen.
50

Slide 9 - Slide

het spel (znw)
  • iets leuks om te doen.
  • alleen of met andere mensen
  • het spel - de spellen

  • zin: De kinderen spelen een spel.
  • zin: Op de computer speel ik het spel PUBG.
51

Slide 10 - Slide

de taal (znw)
  • taal kun je lezen, luisteren, spreken en schrijven
  • de taal - de talen

  • zin: Op school leer ik de  Nederlandse taal.
  • zin: Welke taal spreken de gele Minions?
52

Slide 11 - Slide

Vier keer in de week hebben jullie ........... (2e lesuur).
45

Slide 12 - Open question

46
timer
1:30
Wat doe jij graag samen?

Slide 13 - Mind map

Maak een zin.
Met de woorden: shoppen (ww) en
samen
46/47

Slide 14 - Open question


............ wil ik ............ ............ in de stad.
46/47/50
A
Sommige - shoppen - samen
B
Sinds - shoppen - samen
C
Soms - samen - shoppen
D
Sommige - samen - shoppen

Slide 15 - Quiz

............ juli 2023 woon ik in Nederlands.
48

Slide 16 - Open question

Goed of fout?
A - Sommige vind ik koffie lekker.
B - Soms mensen zijn aardig.
49/50
A
A - fout B - goed
B
A - goed B - goed
C
A - goed B - fout
D
A - fout B - fout

Slide 17 - Quiz

50/51
Wat hoort bij elkaar?
het spel
soms

Slide 18 - Drag question