This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Argumentatiestructuren
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Argumentatiestructuren H20
Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
Meervoudige argumentatie = één standpunt meerdere argumenten
nevenschikkende argumentatie = één standpunt en meerdere argumenten die afhankelijk zijn van elkaar.
onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten
Slide 3 - Slide
Blokjesschema
Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. Ik ga dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.
Benoem het standpunt en de argumenten
Slide 4 - Slide
Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga niet meer stemmen.
Slide 5 - Drag question
Ik ga niet stemmen bij de volgende verkiezingen
Politici zijn niet te vertrouwen
Zij hebben hun eigen belangen voorop staan
Ik ben op wereldreis
Slide 6 - Slide
A
Nevenschikkend
B
Meervoudig
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 7 - Quiz
A
Nevenschikkend
B
Meervoudig
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 8 - Quiz
A
Nevenschikkend
B
Meervoudig
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 9 - Quiz
A
Nevenschikkend
B
Meervoudig
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 10 - Quiz
Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het regende drie dagen onafgebroken.
Een flesje water kostte 5 euro.
Het vliegtuig had vertraging.
Het was erg duur.
De hoofdact kwam niet opdagen.
Slide 11 - Slide
Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging.
Het was erg duur.
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro.
Het regende drie dagen onafgebroken.
Slide 12 - Slide
Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
Leerlingen kunnen altijd uitleg vragen als ze iets niet begrijpen
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.