This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
In het begin
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Terug- en vooruitblik
Leerdoelen
De schepping van de mens
De taak van de mens
Keuzeopdracht
Slide 2 - Slide
Leerdoelen - H2
2.A - Je kunt vertellen welke plaats de mens inneemt onder de schepselen van God;
2.B - Je kunt uitleggen waarover God jou verantwoordelijkheid hebt gegeven;
2.C - Je kunt minimaal drie voorbeelden noemen hoe je jouw verantwoordelijkheden vormgeeft.
Slide 3 - Slide
2.A De schepping van de mens
Slide 4 - Slide
Opdracht
Maak opdracht 2.1 en 2.2
Slide 5 - Slide
Uitleg Opdracht 2.1-2.2
1 b) De mens is geschapen naar het beeld van God. Hij lijkt op God in innerlijk en in zijn doen. Voor zijn daden is de mens ook verantwoordelijk. Dit alles hebben dieren niet.
2.2 a. bijv. Gods Naam is machtig op heel de aarde – Hij heeft de maan en de sterren aan de hemel bevestigd – Hij heeft de mens bijna een god gemaakt.
b) Dat God de mens bijna een god heeft gemaakt en het werk van Zijn handen heeft toevertrouwd aan de mens. God heeft de mens gekroond met glans en glorie.
Slide 6 - Slide
2.B - Onderkoningen
Slide 7 - Slide
Opdracht
Maak opdracht 2.5
Slide 8 - Slide
Complimenten
Werk in tweetallen
Schrijf drie complimenten op bij de volgende categorieën :
1e categorie: Karakter/persoon
2e categorie: Hobby’s/ talenten
3e categorie: overige complimenten
Slide 9 - Slide
Noteer 3 dingen die je hebt geleerd over de schepping en doel van de mens.
Slide 10 - Open question
Quiz
Slide 11 - Slide
Wat schiep God de eerste dag?
A
Licht
B
Lucht
C
Land en plant
D
De mens
Slide 12 - Quiz
In hoeveel dagen schiep God alles?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 13 - Quiz
Naar wiens beeld werd de mens geschapen?
A
Geen beeld
B
Gods beeld
C
Beeld van een dier
D
Beeld van een engel
Slide 14 - Quiz
Wat deed God op de zevende dag?
A
Scheppen
B
Slapen
C
Vernietigen
D
Rusten
Slide 15 - Quiz
Wie werd het eerst geschapen?
A
Adam
B
Eva
C
Kaïn
D
Abel
Slide 16 - Quiz
Uit wat werd Adam gemaakt?
A
Uit een rib
B
Uit speeksel
C
Uit niets
D
Uit stof
Slide 17 - Quiz
Hoe heette de boom waar Adam en Eva niet van mochten eten?
A
De boom des levens
B
De boom van kennis
C
De boom van kennis van goed en kwaad
D
De boom van het kwaad
Slide 18 - Quiz
Welk dier kon in het paradijs spreken?
A
De aap
B
De slang
C
De gnoe
D
De zebra
Slide 19 - Quiz
Wie werd het eerst door de slang verleidt?
A
De aap
B
De engel Michaël
C
Adam
D
Eva
Slide 20 - Quiz
Wat deed God met Adam en Eva na het eten van de verboden vrucht?
A
Hij stuurde hen weg
B
Hij doodde hen
C
Hij vergaf hen
D
Hij sloeg hen
Slide 21 - Quiz
Keuzeopdracht - blz. 14
Slide 22 - Slide
Nog wat opmerkingen:
Werk in twee- of drietallen;
Gebruik een A3-vel (deze kun je voor in de klas vinden).