NU Nederlands Grammatica 3 (herhaling)

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Activerende opdracht
Wat: ga opzoek naar fouten in de werkwoordspelling
Hoe: in duo's werk je aan de opdracht
Hulp: overleggen met elkaar 
Tijd: 7 minuten.
Uitkomst: klassikaal bespreken
Eerder Klaar? Controleer je antwoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Angelina ... een luxe leven in Barcelona.
Kies de juiste vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
A
leid
B
leidde
C
leidt
D
geleid

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Rashid ... een t-shirt via Zalando.
Kies de juiste vorm van de persoonsvorm in de verleden tijd
A
bestelde
B
besteldde
C
bestelt
D
besteld

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Hoe herken je een voltooid deelwoord?
  •  Begint bijna altijd met -ge, maar het kan ook beginnen met       -ver, -ont, -her aan het begin van een werkwoord.
  •  Deze voltooide deelwoorden krijgen dan geen extra -ge meer.
Voorbeelden:
gefluisterd, gehuild, gedanst, gewerkt, gefietst, geschreven 
ontdekt, ontwikkeld
verhuisd, verteld, verrast / hersteld, herkauwd







Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Ik heb mijn broertje ... (beloven) dat we morgen naar de bioscoop gaan.
Noteer het voltooid deelwoord van beloven.

Slide 21 - Open question

De docenten worden .... op verrukkelijke gebakjes.
Kies de juiste vervoeging van het voltooid deelwoord
A
getrakteerd
B
getrakteert
C
getrakteerdt
D
getrakteertd

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

... stapte Rayen de trein in.
Kies het tegenwoordig deelwoord.
A
gezongen
B
zingend
C
zing
D
zong

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

De ... (verwachten) aankomsttijd.
Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk gebruikte deelwoord.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Dit meisje ... voor het tentamen van afgelopen week.
Kies de juiste vorm van het Engelse werkwoord in de verleden tijd.
A
stresste
B
stresstte.
C
strestte
D
streste

Slide 31 - Quiz

Zelfstandige verwerking
Korte uitleg over de wikiwijspagina.
Daarna komende 15 minuten zelfstandig aan de slag!

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide