Je hebt geen telefoon nodig en hoeft niet in te loggen bij LessonUp!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Je hebt geen telefoon nodig en hoeft niet in te loggen bij LessonUp!
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg H3 Spelling
Opdrachten maken
Pauze
Uitleg H3 Woordenschat
Opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 3 Spelling
Ik weet wanneer ik getallen in letters of cijfers moet schrijven.
Ik weet hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken.
Slide 3 - Slide
Letters
Een t/m twintig
Tientallen tot honderd
Honderdtallen tot duizend
Duizendtallen tot twaalfduizend
miljoen, miljard, etc.
Getallen
Boven de twintig
Maten
Gewichten
Bedragen
Telefoonnummers
Exacte tijdstippen
Adressen
Percentages
Datums
Slide 4 - Slide
Een paar voorbeelden:
Ik heb wel honderd koekjes gegeten.
Ik heb wel 105 koekjes gegeten.
Ik ben gisteren zestien jaar geworden.
Ik ben gisteren 35 jaar geworden.
Op 11 juni ben ik jarig.
De afspraak duurt ongeveer drie uur.
We hebben om 15:00 uur een afspraak.
Slide 5 - Slide
LET OP:
Breuken schrijf je los van elkaar: twee derde (2/3), drie een achtste (3 1/8).
Behalve in een samenstelling: driekwartsmaat, tweeëneenhalf
Als je in een zin meerdere gewone getallen hebt (dus geen maten, gewichten, telefoonnummers, etc.) en je deze volgens de regels met zowel cijfers als letters schrijft, dan gebruik je cijfers.
Wij hebben gisteren tien flessen wijn en 24 flessen bier gekocht.
Wij hebben gisteren 10 flessen wijn en 24 flessen bier gekocht.
Slide 6 - Slide
Zijn de volgende getallen juist geschreven?
Bijna 93 miljoen
De 395ste voorstelling
Dertig procent
drie-en-een-half
drievijfde van de burgers
Het duurt maar 2 uur.
timer
3:00
Slide 7 - Slide
Aan de slag
De eerste vijf minuten werken we in stilte. Daarna mag je overleggen met je buurman of buurvrouw. We bespreken opdracht 1 straks.
Maak opdracht 1 (g t/m l), 2 en 3 van H3 spelling (blz. 101)
Ben je klaar?
Maak dan opdracht 7+8 (blz. 103)
timer
15:00
Slide 8 - Slide
Pauze
timer
5:00
Slide 9 - Slide
Hoofdstuk 3 woordenschat
Aan het eind van deze les kan ik een asyndetische vergelijking, homerische vergelijking en synesthesie herkennen en begrijpen.
Slide 10 - Slide
Wat was het ook alweer?
Vergelijking
Metafoor
Personificatie
Metoniem
Slide 11 - Slide
Drie nieuwe woorden:
Asyndetische vergelijking
A, B,
Homerische vergelijking
Zoals B, zo is A
Synesthesie
Combinatie van twee zintuigen
Oude woorden:
Vergelijking
A is [eigenschap] als B
Metafoor A is B
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Maak opdracht 1 van H3 Woordenschat (blz. 90)
We bespreken hem over vijf minuten.
Ben je klaar? Dan ga je verder met opdracht 2+3.
timer
5:00
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 3, 7 en 8 van H3 Spelling (blz. 100)
Maak opdracht 1, 2 en 3 van H3 Woordenschat (blz. 90)