Algemene kennis profielmodule 3 Mens en Activiteit
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Algemene kennis profielmodule 3 Mens en Activiteit
Slide 1 - Slide
Zet in antwoordvak de juiste woorden: 1. Jongens zijn later/ vroeger geslachtsrijp dan meisjes. 2. Doordat jongens de baard in de keel krijgen wordt hun stem hoger/ lager
Slide 2 - Open question
Als het uitwisselen en overbrengen van informatie gericht is op één persoon dan noemen we dat
A
Individuele communicatie
B
Massamedia
Slide 3 - Quiz
De vier belangrijkste ongezonde leefstijlfactoren zijn roken, alcohol, onvoldoende beweging en ongezonde voeding.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Met wat voor problemen kun je terecht bij Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa?
A
Problemen met je zenuwen
B
Problemen met je eetgedrag
C
Problemen met je immuunsysteem
D
Problemen met je partner
Slide 5 - Quiz
Welk beroep valt NIET onder welzijnswerk?
A
Activiteitenbegeleider
B
Kapper
C
Jeugd-en jongerenwerker
D
Sociaal- juridisch werker
Slide 6 - Quiz
“Er is sprake van (vr)eetbuien waarbij heel snel zeer grote hoeveelheden worden gegeten”. Bij welke aandoening past deze zin?
A
Anorexia Nervosa
B
Binge eating disorder
C
Boulimia Nervosa
D
Orthorexia nervosa
Slide 7 - Quiz
Wat is een sociale kaart?
A
Een overzicht van alle evenementen in de gemeente of regio
B
een overzicht van bepaalde hulpinstanties in een gemeente of bepaalde regio
C
Een overzicht van alle scholen en kinderdagverblijven in de gemeente
D
Een overzicht van de benodigde sociale vaardigheden van zorgverleners
Slide 8 - Quiz
Welke zin is een EHBO basisregel?
A
Koel het slachtoffer door koud water in zijn gezicht te deppen
B
Verwijder de kleding en sieraden van het slachtoffer
C
Stel slachtoffer gerust
D
Blijf slachtoffer aanspreken tot hij bij bewustzijn komt
Slide 9 - Quiz
Cafeïne
Cocaïne
Hasj
Paddo's
XTC
Harddrugs
Softdrugs
Harddrugs
Softdrugs
Harddrugs
Slide 10 - Drag question
Sophie moet koffie en thee verzorgen tijdens een informatiebijeenkomst. Ze zet alles alvast klaar en daarbij de tafel zo vol mogelijk. Gegevens: De tafel is 1,50 x 0,60 meter Een schotel neemt 15x15 cm plaats in De kop en schotels staan 2 hoog Hoeveel kop en schotels heeft Sophie nodig om de hele tafel vol te zetten?
Slide 11 - Open question
Als een baby op het aankleedkussen ligt, wat mag je dan ABSOLUUT niet doen?
A
Weglopen
B
De baby aankleden
C
De baby wassen
D
De baby uitkleden
Slide 12 - Quiz
Baby
Peuter
Kleuter
(school)kind
Puber
Jongvolwassene
Volwassene
Oudere
Slide 13 - Drag question
Welk etiket is belangrijk als je kleding gaat wassen?
A
Behandelingsetiket
B
Maatetiket
C
Merketiket
D
Samenstellingsetiket
Slide 14 - Quiz
Je gaat de toiletruimte van een kinderdagverblijf schoonmaken. Eerst maak je een werkplan voor het schoonmaken. Wat zet je hierin?
A
Dat de kinderen niet naar het toilet mogen
B
Dat je de toiletruimte in een bepaalde volgorde schoonmaakt
C
Dat je je handen wast voordat je met de schoonmaak begint
D
Dat je je bedrijfskleding aantrekt
Slide 15 - Quiz
Een baby moet na de flesvoeding een boertje laten. Waarom is dit belangrijk?
A
Omdat hij anders stikt in de flesvoeding
B
Omdat hij anders niet kan slapen
C
Omdat hij dan minder last krijgt van darmkrampjes
D
Omdat hij dan minder kans heeft op een zuivelallergie
Slide 16 - Quiz
Op welke leeftijd krijgen baby’s een fruithapje?
A
3 maanden
B
4 maanden
C
5 maanden
D
6 maanden
Slide 17 - Quiz
Tonja maakt een draaiboek voor een spelletjesmiddag voor de kinderen van het kinderdagverblijf. Welk punt hoort hier in te staan?
A
Welk recept ze gaat gebruiken voor het eten en drinken
B
Voor wie ze het gaat organiseren
C
Wat voor materialen ze nodig heeft
D
Welke vragen ze de kinderen ze gaat stellen tijdens de evaluatie
Slide 18 - Quiz
Peuter Dylan praat met verschillende stemmetje tegen zijn knuffels. wat voor spel speelt hij?
A
associatief spel
B
bewegingsspel
C
constructief spel
D
fantasiespel
Slide 19 - Quiz
Objectief observeren zijn feiten die iedereen op dezelfde manier waarneemt
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Caitlin verschoont een baby die zoveel heeft gepoept dat zijn kleertjes er helemaal onder zitten. In welke volgorde voert zij de volgende stappen uit?
1
2
3
4
5
Ze legt de baby op het aankleedkussen
Ze doet de kleren van de baby uit
Ze schuift een schone luier onder de billen van de baby
Ze plakt de luier dicht
Ze maakt de geslachtsorganen en billen schoon
Slide 21 - Drag question
Wat betekent de afkorting NAW?
Slide 22 - Open question
Demi kan net zelf staan en lopen en draagt nog een luier. Ze eet een beetje met de pot mee en kan zelf haar fles al vasthouden. Ze zegt af en toe al een woordje, maar kan nog geen zinnen maken. Demi is een
A
Baby
B
Peuter
C
Dreumes
D
Kleuter
Slide 23 - Quiz
In welke volgorde voer je de volgende stappen uit? Schrijf de nummers van de zinnen in de juiste volgorde in het antwoordveld. 1. Speen controleren 2. Goed roeren 3. Fles opwarmen 4. Handen wassen