Rekentrainer H1 + H2

Welkom
Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de (telefoon)tas!
Pak alvast je spullen op tafel (boek, rekenmachine, pen)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom
Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de (telefoon)tas!
Pak alvast je spullen op tafel (boek, rekenmachine, pen)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?

  • Herhalingsquiz
  • Herhaling rekentrainer H1
  • Maken rekentrainer H1
  • Herhaling rekentrainer H2
  • Maken rekentrainer H2

Slide 2 - Slide

1. bij koop op afbetaling ben je gelijk eigenaar van het product
2. bij een doorlopend krediet ben je niet direct eigenaar van het product
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
alleen bewering 1 is juist
D
alleen bewering 2 is juist

Slide 3 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen een persoonlijke lening en een doorlopend krediet?
A
Een persoonlijke lening is alleen voor jou.
B
Een persoonlijke lening heeft een hogere rente
C
Een doorlopend krediet heeft een hogere rente
D
Bij een doorlopend krediet kan je eenmaal afbetaalde bedragen weer opnieuw opnemen.

Slide 4 - Quiz

I. Als je een huis wilt kopen, sluit je een persoonlijke lening af bij de bank.
II. Een doorlopend krediet is hetzelfde als kopen op afbetaling.

A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 is juist en 2 onjuist
D
bewering 1 is onjuist en 2 juist

Slide 5 - Quiz

Rekentrainer 1.1
Volgorde van bewerken, rekenregels:
  1. eerst haakjes wegwerken
  2. dan vermenigvuldigen of delen
  3. daarna optellen en aftrekken

Je rekenmachine doet dit automatisch, maar dan moet het wel op de juist manier ingetoetst zijn!


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Rekentrainer 1.7

Slide 12 - Slide

Rekentrainer
               Maak alle opdrachten van de rekentrainer van H1 af.

Tijd: 20 minuten
Op fluistertoon in tweetallen overleggen
Na die 20 minuten gaan we verder met de rekentrainer van H2

Klaar? Laat het aan mij weten, dan kom ik controleren.
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Rekenen met debet en credit 
Bereken voor de volgend situaties het banksaldo:
  1. Guus heeft op 1 september op zijn bankrekening €500 euro staan. Helaas is zijn wasmachine kapot gegaan. Guus koopt een nieuwe wasmachine van €700 euro. Wat is zijn banksaldo na de uitgave?

  2. Bereken met de volgende informatie het banksaldo van Guus:
  • 5 september =         - €600 door betaalde rekeningen
  • 6 september =          + €1200 (ontvangen loon)

LET OP! noteer bij je uitkomst of het om een debet- of creditsaldo gaat. 
timer
2:00

Slide 15 - Slide

Antwoorden
Bereken voor de volgend situaties het banksaldo:
  1. Guus heeft op 1 september op zijn bankrekening €500 euro staan. Helaas is zijn wasmachine kapot gegaan. Guus koopt een nieuwe wasmachine van €700 euro. Wat is zijn banksaldo na de uitgave?
  • 500 (creditsaldo) - 700 =  -200 debetsaldo

   2. Bereken met de volgende informatie het banksaldo van Guus:
  • 15 september =         - €600 door betaalde rekeningen
  • 26 september =        + €1200 (ontvangen loon)

  • -200 debetsaldo - 600 + 1200 =  +400 creditsaldo

Slide 16 - Slide

Enkelvoudige rente
Jantine heeft € 1.200 euro op een spaarrekening staan.
De bank geeft 5% rente.
spaarbedrag : 100 x rentepercentage

Je berekent het banksaldo van Jantine na 1 jaar als volgt:
  • 1.200 : 100 x 5 = € 60
  • Haar nieuwe banksaldo is 1.200 + 60 = 1.260 euro



Slide 17 - Slide

Samengestelde rente
Jantine heeft € 1.200 euro op een spaarrekening staan.
De bank geeft 5% rente.
(spaarbedrag + bijgeschreven rente) : 100 x rentepercentage
Je berekent het banksaldo van Jantine na 1 jaar als volgt:
  • (1.200 + 0) : 100 x 5 = € 60
Je berekent het banksaldo van Jantine na 2 jaar als volgt:
  • (1.200 + 60) : 100 x 5 = € 63



Slide 18 - Slide

Kredietkosten
Formule = (aantal termijnen x termijnbedrag) – lening
Hoe hoog zijn de kredietkosten als ik € 1.000
leen en dit in 2 jaar afbetaal?

Betaald24 x 47,12 = € 1.130,88
Geleend:                         € 1.000,00 -
Kredietkosten:             €    130,88

Slide 19 - Slide

Rekentrainer
Maak de opdrachten van de rekentrainer van H2 af.
Let op! Opdracht van 2.4 hoef je niet te maken!

Tijd: 20 minuten


Klaar? Laat het aan mij weten, dan kom ik controleren.
timer
20:00

Slide 20 - Slide