This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 12
Voeding en vertering
Slide 1 - Slide
Bs 1: Enzymen
Voeding en vertering
Slide 2 - Slide
Doelen van de les
12.1.1 Je kunt de werking van enzymen beschrijven.
12.1.2 Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij voedselbederf.
12.1.3 Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd (SE).
Slide 3 - Slide
Wat doen schimmels en bacteriën (reducenten) in de natuur?
A
Ze doen helemaal niets
B
Ze eten van de planten
C
Ze breken de dode resten van planten en dieren af
Slide 4 - Quiz
Enzymen
Enzymen zijn eiwitten die nodig zijn om koolhydraten, vetten en eiwitten te verteren in het lichaam en voedingsstoffen af te breken tot stoffen die we nodig hebben om te kunnen functioneren. Zo worden koolhydraten afgebroken tot glucose (energie), eiwitten tot aminozuren en vetten tot vetzuur en glycerol.
Alle organismen zijn afhankelijk van de werking van enzymen.
Slide 5 - Slide
Enzymen
Enzymen zijn stoffen die scheikundige reacties laten plaatsvinden en/of versnellen.
Enzymen zijn eiwitten en werken specifiek. Eén enzym versnelt één reactie in de cel. In één cel vinden veel verschillende reactie plaats.
Slide 6 - Slide
Enzymactiviteit
De snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt = de enzymactiviteit.
Enzymactiviteit is afhankelijk van:
- temperatuur
- zuurtegraad
Slide 7 - Slide
Enzymen - optimum
enzymactiviteit
optimumkromme
zuurgraad (pH)
temperatuur
Slide 8 - Slide
Werking enzymen
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym.
een enzym:
bindt aan de voedingsstof
knipt de voedingsstof in stukken
laat los en kan opnieuw een zelfde voedingsstof afbreken
Slide 9 - Slide
Levensvoorwaarden micro-organismen
Lucht (zuurstof)
Water
Warmte
Slide 10 - Slide
Voedsel conserveren
Conserveren: Het langer houdbaar maken van voedsel door
de omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.
Manieren om te conserveren:
Invriezen
Pasteuriseren
Steriliseren
Vacuüm verpakken
Drogen
Toevoegen van conserveermiddelen
Slide 11 - Slide
Conserveren
Je kan conserveren door stoffen weg te halen
bijv. vacuüm verpakken/drogen
Je kan conserveren door stoffen toe te voegen
Zout
Suiker
Zuur
Toegevoegde stoffen noemen we Additieven
Slide 12 - Slide
Verse melk
Pasteuriseren
de melk wordt verhit tot 72 graden
veel micro-organismen gaan dood
Slide 13 - Slide
Lang houdbare melk
Steriliseren
de melk wordt een tijdje verhit op 130-140 graden
alle micro-organismen gaan dood
Slide 14 - Slide
Wijn en bier
Alcohol
Door de alcohol worden micro-organismen gedood
Slide 15 - Slide
zilveruitjes
Zuur
Te zuur voor de micro-organismen om in te leven
Slide 16 - Slide
blikje ananas
Suiker
Te veel suiker voor de micro-organismen om in te leven
Slide 17 - Slide
Koffie
Vacuum
Er is geen lucht, dus de micro-organismen kunnen er niet leven (ook geen water)
Slide 18 - Slide
Olijven
Zout
Te zout, daar kunnen geen micro-organismen in leven
Slide 19 - Slide
Cup a soup, rozijnen
Drogen
er is geen water, dus micro-organismen kunnen er niet leven