V4 paragraaf 4 Gebergtevorming

Welkom V4ak.1
Hoofdstuk 2: Endogene en exogene krachten
paragraaf 4 Gebergtevorming

1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom V4ak.1
Hoofdstuk 2: Endogene en exogene krachten
paragraaf 4 Gebergtevorming

Slide 1 - Slide

De vorige lessen
Par 1: Geologische tijdschaal
Par 2: Platentektoniek
Par 3: Vulkanisme


Slide 2 - Slide

Opbouw deze les / leerdoelen
Leerdoelen:  
1: Je weet hoe plooiingsgebergten ontstaan. 
2: Je weet hoe breukgebergten ontstaan.
3: Je kunt oud en jong gebergte herkennen
4: Je kent voorbeelden van plooiings- en breukgebergte

3 aantekeningen + vragen via LessonUp

Slide 3 - Slide

Wat weet jij nog?
Herhalingsvragen 
Gebruik je eigen naam. 

Slide 4 - Slide

Op welke aardlaag leven wij?
A
Mesosfeer
B
Asthenosfeer
C
Lithosfeer
D
exosfeer

Slide 5 - Quiz

Santorini
Bekijk de afbeeldingen goed

Slide 6 - Slide

Geef voor Santorini:
Het type eruptie en de vulkaanvorm.

Slide 7 - Open question

Bij welk type plaatgrens komt geen vulkanisme voor?
A
Convergente plaatgrens
B
Divergente plaatgrens
C
Actieve plaatgrens
D
Transforme plaatgrens

Slide 8 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Slide 9 - Slide

Is dit een vorm van vulkanisme
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

2.4 leerdoel 1: ontstaan plooiingsgebergte 
Gebergte die ontstaat bij een convergente plaatbeweging. 
Door horizontaal werkende druk worden sedimenten die tussen de platen liggen omhoog geplooid. 
bijv de Alpen en de Himalaya.
Er is geen vulkanisme. 

Slide 11 - Slide

Als twee continentale platen botsen

Slide 12 - Slide

2.4 leerdoel 1 plooiingsgebergte
Bij een convergerende beweging van een oceanische plaat en een continentale plaat (subductie) ontstaan plooiingsgebergte met stratovulkanen. Bijv de Andes

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

2.4 leerdoel 2: breukgebergte
Opstijgende convectiestroom duwt aardkorst omhoog
  de aardkorst wordt opgerekt en breekt in stukken

Isostatische bewegingen
Slenken: stukken aardkorst die langs breuken naar beneden zakken
Horsten: stukken aardkorst die langs breuken omhoogkomen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

2.4 leerdoel 3 jong en oud
Jong gebergten
Langs actieve continentranden
Voortdurende plooiing
Oud gebergten
Langs passieve continentranden
Lagere middelgebergten
Afgevlakte hooggebergten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Lees paragraaf 1.4

Maak opdracht 3, 4 en 5
Gebruik voor vraag 4 en 5 de GB
maak deze vragen eerst.

Slide 22 - Slide

Paragraaf 5 Aardbevingen


• Je kunt uitleggen hoe aardbevingen ontstaan.
• Je weet welke factoren de zwaarte van een aardbeving bepalen.
• Je kent de begrippen Epicentrum en Hypocentrum
• Je weet wat de schalen van Richter en Mercalli zijn.
• Je begrijpt hoe een Tsunami ontstaat.
• Je kunt platenbeweging, vulkanisme en aardbevingen met elkaar in verband brengen. Maak een tabelletje.

Slide 23 - Slide

Richter en Mercalli
Richter = vrijgekomen energie, dit meet je met een seismometer.
Iedere volgende stap is 10 keer zo sterk.
Mercalli = kijken naar de intensiteit 

Slide 24 - Slide

Plaats van de beving
Hypocentrum: plaats in de aardkorst waar de beving plaatsvindt

Epicentrum: plek aan het aardoppervlakte boven het hopcentrum, hier wordt de beving als eerste gevoeld

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Tip

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Vorstverwering

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Stroomgebied

Rivierstelsel

Slide 41 - Slide

Als er bergen en vulkanen gevormd zijn worden die ook weer gesloopt " van buitenaf". Dat laatste hoort bij
A
Endogen krachten
B
Exogene krachten

Slide 42 - Quiz

Mechanische verwering
Chemische verwering

Slide 43 - Drag question

Welke vorm van verwering zie je op de foto?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 44 - Quiz

Verwering, wat is juist?
A
Vorstverwering is mechanische verwering
B
Mechanische verwering verandert het gesteente
C
Snelle stroming van water zorgt voor meer verwering
D
Zuren zorgen voor mechanische verwering

Slide 45 - Quiz

Is het ontstaan van grotten een vorm van mechanische of chemische verwering?
A
mechanische verwering
B
chemische verwering

Slide 46 - Quiz

Waar vindt je de meeste chemische verwering?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 47 - Quiz

Welke vorm van verwering?
A
Vorstverwering
B
Verwering door temperatuurverschil

Slide 48 - Quiz

Een gletsjer zorgt voor
A
Verwering
B
Erosie
C
Beide
D
Sneeuw

Slide 49 - Quiz

Wat heeft hier plaatsgevonden?
A
Watererosie
B
Chemische verwering
C
Winderosie
D
Mechanische verwering

Slide 50 - Quiz

In het laagland neemt de stroomsnelheid van rivieren af en daardoor is er veel
A
sedimentatie
B
vorstverwering
C
erosie
D
mechanische verwering

Slide 51 - Quiz

Volgende periode
Hoofdstuk 3, maar we starten met par. 10 van H2.

Slide 52 - Slide