Toets hoofdstuk 2

Oefentoets hoofdstuk 2
Groen in de stad onderhouden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets hoofdstuk 2
Groen in de stad onderhouden

Slide 1 - Slide

Wat valt onder het onderhoud van de buitenruimte?
A
Herstellen van de bestrating
B
Onderhoud aan parkmeubilair
C
Snoeien van bomen
D
Alle drie de antwoorden

Slide 2 - Quiz

Wat zijn onderhoudswerkzaamheden van een hovenier?
A
bestraten, gras zaaien, snoeien, maaien
B
bestrating herstellen, kantsteken, snoeien, maaien
C
maaien, snoeien, boom planten, gras zaaien
D
boom planten, snoeien, bestrating herstellen, maaien

Slide 3 - Quiz

Waarom werk je met een kunststof hark in plaats van met een stalen rechttand hark in de border?
A
Een kunsstof hark is kleiner, waardoor je er makkelijker mee werkt.
B
Een kunststof hark is zwaarder, waardoor je het blad makkelijker bij elkaar harkt
C
Met een kunststof hark is de kans op beschadiging van de planten kleiner tijdens het uitharken.

Slide 4 - Quiz

Gehoorbescherming
A
Knielappen
B
Stofmasker
C
Laskap
D
Spuitmasker
E
Stootkap
F
Veiligheidsschoenen
G
Oordoppen
H
Stofmasker
I
Stofbril
J
Werkhandschoenen
K
Veiligheidshelm
L
Beschermingsbril
M
Stoot cap
N

Slide 5 - Drag question

Wat is sterker: meerjarig gras of eenjarig gras?
A
Eenjarig gras, dat zaait zich elke keer opnieuw uit
B
Eenjarig gras, dat loopt steeds opnieuw uit
C
Meerjarig gras, dat zaait zich elke keer opnieuw uit
D
Meerjarig gras, dat loopt steeds opnieuw uit

Slide 6 - Quiz

Wat is het gebruiksdoel van grasbermen?
A
Nuttig gebruik
B
Siergebruik
C
Recreatief gebruik

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er met een border als je het grasveld dat ernaast ligt niet op tijd steekt of knipt?
A
De border groeit helemaal vol met eenjarigen
B
De border groeit helemaal vol met bolgewassen
C
De border groeit helemaal vol met struiken
D
De border groeit helemaal vol met gras

Slide 8 - Quiz

Ben zegt dat een plant water, licht en CO2 opneemt en daar vervolgens O2 van maak.
Harry zegt dat een plant water, licht en O2 opneemt en daar vervolgens onder andere CO2 van maakt.

A
Alleen Ben heeft gelijk
B
Alleen Harry heeft gelijk
C
Ben en Harry hebben gelijk
D
Ben en Harry hebben ongelijk

Slide 9 - Quiz

Welke groeivoorwaarde is in een verticale tuin niet optimaal voor de onderste planten?
A
Ruimte
B
Temperatuur
C
Voeding
D
Water

Slide 10 - Quiz

Wat is kenmerkend voor stadslandbouw?
A
Dat de groenten gezaaid moeten worden
B
Dat er onkruid gewied moet worden
C
Dat er creatief omgegaan wordt met het verwerken van de groenten
D
Dat er creatief omgegaan wordt met de ruimte

Slide 11 - Quiz

Welke tanden ontbreken er bij een planteneter?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
plooikiezen

Slide 12 - Quiz

Waarom is bij een vleeseter de bovenkaak vaak breder dan de onderkaak?
A
Dat is een aangeboren afwijking
B
Hierdoor kunnen de kiezen als de benen van een schaar langs elkaar heen glijden
C
In de bovenkaak zitten meer kiezen en tanden dan in de onderkaak

Slide 13 - Quiz

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen

Slide 14 - Quiz

Een nachtdier is een dier dat:
A
's Nachts hoofdzakelijk slaapt
B
Overdag hoofdzakelijk actief is
C
Overdag hoofdzakelijk eet
D
's Nachts hoofdzakelijk actief is

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je het als je een dier zo vasthoudt dat het bepaalde lichaamsdelen niet kan bewegen?
A
fixeren
B
hanteren
C
klemmen
D
vastpakken

Slide 16 - Quiz

Een koppel schapen kun je het beste naar een andere weide verplaatsen door:
A
ze allemaal een halster om te doen
B
ze op te drijven richting een ander weiland
C
ze naar een ander weiland te lokken met brokjes

Slide 17 - Quiz

Welke caviasoort heeft dagelijks vachtverzorging nodig?
A
De gladhaarcavia
B
De Peruviaan
C
De borstelharige cavia

Slide 18 - Quiz

Welk hondenras verhaart niet?
A
Een Mechelse herder
B
Een Schotse herder
C
Een poedel
D
Een Afghaanse windhond

Slide 19 - Quiz

Schapen scheer je als de wol veel opbrengt.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Koeien scheer je in het voorjaar, als ze de wei in gaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz