This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3.3 2HV Deel 1
Betogende tekst
Argumenten
Slide 1 - Slide
Betogende tekst
Slide 2 - Mind map
Theorie (betogende tekst)
= Een tekstsoort
Hierin staat de mening van de schrijver + argumenten (dat is ook de hoofdgedachte)
Zijn doel is om de lezer te overtuigen van zijn mening.
'Betogen' = 'met bewijzen aantonen'
Veel betogende teksten hebben een driedeling:
1. Inleiding (onderwerp noemen en mening geven) 2. Kern (argumenten) 3. Slot (conclusie of samenvatting)
Slide 3 - Slide
Noem betogende tekstvormen.
Slide 4 - Open question
Wat zijn de twee functies van de inleiding van een betogende tekst?
Slide 5 - Open question
Wat is de functie van de kern van een betogende tekst?
Slide 6 - Open question
Wat zijn de functies van het slot van een betogende tekst?
Slide 7 - Open question
Het coronavirus is echt irritant. Nu kan ik niet meer normaal door het leven.
Zin 1 is een mening. Wat is zin 2?
Slide 8 - Open question
Theorie (argumenten) 1
Informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft.
Kan een mening, maar ook een feit zijn. Ik vind hem een leuke jongen, want hij is knap. (mening) Ik vind hem een leuke jongen, want hij is blond. (feit)
Hoe geloofwaardiger een argument is, hoe groter de kans dat de lezer het met de schrijver eens is. Feiten zijn overtuigender dan meningen.