les 3:

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Opdracht +/- 40 min.
Spel +/- 30 min.
Zelfstandig werken +/- 25 min.

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Opdracht +/- 40 min.
Spel +/- 30 min.
Zelfstandig werken +/- 25 min.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van de les: 
1. Aangeven welke onderdelen hij/zij lastig vindt aan de Nederlandse taal.
2. zijn/haar eigen gemaakte fouten herkennen in een tekst en deze aanpassen.


Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Brief aan de coach
  • Ga naar It's Learning -> bekijk de feedback -> probeer te achterhalen waar je de meeste fouten maakt -> verbeter deze fouten! 
  • Groen gemarkeerd= foutloos (met hier en daar een uitzondering)
  • Stel vervolgens vast waar je vrijwel geen fouten in maakt.
Waar je op kan letten:
  • Interpunctie
  • Werkwoorden - persoonsvorm - voltooid deelwoord
  • Hoofdletters
  • Verwijswoorden - signaalwoorden
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Waar maak jij de meeste- én de minste fouten mee?
  1. Interpunctie
  2. Werkwoorden - persoonsvorm - voltooid deelwoord
  3. Hoofdletters 
  4. Verwijswoorden - signaalwoorden
  5. Anders

Groepen vormen

Slide 5 - Slide

Opdracht in groepen
Denken - delen - uitwisselen
1. Zoek de regels op,
2. Wissel uit wat je lastig vindt en/of niet goed begrijpt aan de regels,
3. Werk het uit - verzin een systeem om het te onthouden - maak een oefening - pas de regels toe op een door jouw geschreven tekst,
4. Controleer elkaars werk.

Bij iedere groep staat minstens één persoon die de regels kent en kan toepassen.

timer
20:00

Slide 6 - Slide

Spel: In groepen van 4 - 5 personen
Doel: vind met je groep een systeem om kloppende zinnen te maken zonder elkaars woorden te zien.

Hoe: je schrijft een woord op, vouwt het papier om en geeft dan het papiertje door aan de diegene links van je. Vervolgens schrijft die persoon weer een woord op totdat je een volledige zin hebt.

timer
30:00

Slide 7 - Slide

Zelfstandig- of in groepen werken
Opties:
  1. VLA: werk met je groep aan het project.
  2. TB: Opdracht ecologie of soortenkennis.
  3. Schrijf een motivatie-/ sollicitatiebrief voor stage.
  4. Extra begeleiding Nederlands - ondersteuning bij schrijven
  5. ?

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van de les: 
1. Aangeven welke onderdelen hij/zij lastig vindt aan de Nederlandse taal.
2. zijn/haar eigen gemaakte fouten herkennen in een tekst en deze aanpassen.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

2. Globaal lezen
Globaal lezen doe je alleen als je snel de belangrijke informatie uit de tekst wilt halen. Dit doe je als volgt:
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin;
  • Bepaal wat je al weet over het onderwerp.
  • Bepaal welke tekststructuur je herkent en wat het tekstdoel is.


Slide 11 - Slide

Teksstructuur
 Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Deze vaste structuur in een tekst noem je tekststructuur. Als je de tekststructuur herkent, begrijp je de tekst beter als je hem nauwkeurig gaat lezen. Vaak krijg je in de inleiding van een tekst aanwijzingen voor de tekststructuur.

Slide 12 - Slide

Zoek in je boek op welke soorten tekststructuren er zijn

Slide 13 - Slide

Tekststructuren 
  • Probleem – oplossing (doel-middel)
  • Standpunt-argument
  • Beschrijving (toelichtend)
  • Verklaring (redengevend)
  • Voor- en nadelen (tegenstellend)
  • Chronologisch
  • Concluderend
  • Voorwaardelijk
  • Oorzaak - Gevolg

Slide 14 - Slide

Signaalwoorden
Bekijk de video en voer onderstaande opdracht uit.

Ga voor de volgende tekststructuren op zoek naar signaalwoorden:
  1. Probleem – oplossing (doel-middel)
  2. Standpunt-argument
  3. Beschrijving (toelichtend)
  4. Verklaring (redengevend)
  5. Voor- en nadelen (tegenstellend)



timer
10:00

Slide 15 - Slide

Welke signaalwoorden passen erbij?

Probleem – oplossing (doel-middel)
Standpunt-argument
Beschrijving (toelichtend)
Verklaring (redengevend)
Voor- en nadelen (tegenstellend)

Slide 16 - Slide

Opdracht: in tweetallen

Wat doe je: Zoek een artikel waarbij een van de in de vorige dia genoemde tekststructuren terug komt. Bewaar de link naar het artikel.
Waar je kan zoeken: gelderlander.nl - parool.nl - nos.nl - metronieuws.nl
Eerder klaar? Zoek voor iedere tekststructuur een artikel

timer
10:00

Slide 17 - Slide

In tweetallen
1. Bedenk en schrijf 5 examenvragen uit bij het gezochte artikel/nieuwsbericht.
2. Markeer het goede antwoord.
3. Lever het document met het artikel/nieuwsbericht en de vragen in op It's Learning (planner: les 3)

Eerder klaar? Lees het gedeelte van luistervaardigheid door.
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken

opdracht 4 t/m 9 uit het boek

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van de les: 
  • tekstructuren benoemen en herkennen in een tekst.
  • aan de hand van signaalwoorden een tekststructuur herkennen.

Slide 20 - Slide

3. Intensief lezen
Wat staat er nou precies?
Begrijp je de tekst helemaal?

Met "intensief" lezen, bedoelen we dat je je nu gaat concentreren op de details van de tekst. Je zorgt dat je alles wat er staat, begrijpt.

Slide 21 - Slide