Fokkerij les 8 niveau 4

1 / 54
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat zijn signalen van tochtigheid?
Beantwoord deze vraag in tweetallen
(5 minuten)

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Stan

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Hoe meet je tochtigheid op jouw (stagebedrijf)?
Beantwoord deze vraag in tweetallen
(5 minuten)

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide

Hoe kun je de vruchtbaarheid beïnvloeden?
Beantwoord deze vraag in tweetallen
(5 minuten)

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Melkveestapel 100 koeien.
Percentage uitval gedurende geboorte+opfok: 15%
Jaarlijks worden er 25 koeien vervangen
timer
0:30
A
25 kalveren
B
29 kalveren
C
35 kalveren
D
40 kalveren

Slide 35 - Quiz

Waardering in de formule INET = 0,3 x ..+ 2,1 x .. + 4,1 x ..
4,1
2,1
0,3
FW kg lactose
FW kg eiwit
FW kg vet

Slide 36 - Drag question

Fok 1: Welke kenmerken worden er voor de NVI gebruik?
A
Levensduur, Vruchtbaarheid, Inet, Benen, Melkbaarheid, Uier en Geboortekenmerken
B
Levensduur, Melkbaarheid, Benen, Uier, gezondheids- en geboortekenmerken
C
Levensduur, Geboortekenmerken, Vruchtbaarheid, Benen, Uier, Melk, Vet en Eiwit
D
Levensduur, Vruchtbaarheid, Inet, Benen, Uier, Uiergezondheid en Geboortekenmerken

Slide 37 - Quiz

Wat is heterosis?
A
De nakomeling presteert volgens verwachting
B
De nakomeling presteert beter dan verwacht
C
De nakomeling presteert slechter dan verwacht

Slide 38 - Quiz

Heterosis effect kan voordelen hebben tot .. %
A
-10%
B
5%
C
10%
D
15%

Slide 39 - Quiz

Fok 11: Inkruisen: “Wanneer er steeds gekruist met een nieuw ras en het oude ras wordt ‘verdrongen’” Hoe noem je deze vorm van inkruisen?
A
Kruisen per kenmerk
B
Veredelingskruising
C
twee-, drie- of vierwegkruising
D
Verdringingskruising

Slide 40 - Quiz

Wat is niet waar over inteeltdepressie?
A
Kans op erfelijke gebreken
B
Mindere gezondheid, vruchtbaarheid en vitaliteit
C
Wordt geen rekening mee gehouden met fokkerij
D
Tegenovergestelde van heterosis

Slide 41 - Quiz

Beschrijf een voorbeeld van een fokkerijstrategie

Slide 42 - Open question

Wat verstaan we onder spreiding?
A
Verschil tussen slechtste en beste dier van een veestapel
B
Erfelijk gebrek bij pasgeboren kalveren die de achterpoten spreiden
C
Verschil tussen hele veestapel en het gemiddelde van de groep waarmee gefokt wordt
D
Verschil tussen het gemiddelde van de rassen

Slide 43 - Quiz

Fok 4: Wat is een “Erfelijkheidsgraad”?
timer
0:20
A
Een getal wat aangeeft hoe snel je in de fokkerij vooruit gaat
B
Een getal tussen 1 en 10 wat aangeeft hoeveel inteelt er in de paring zit
C
Een getal wat aangeeft in hoeverre een eigenschap erfelijk bepaald is
D
Een getal wat aangeeft of er gevaar bestaat op inteelt

Slide 44 - Quiz

Waar staat NVI voor?

Slide 45 - Open question

Waar staat afkorting INET voor?

Slide 46 - Open question

Bereken INET = 0,3 * FW kg lactose + 2,1 * FW kg vet + 4,1 * FW kg eiwit
+ 10 kg lactose, - 20 kg vet en +15 kg eiwit

Slide 47 - Open question

Wat is de beste fokwaarde voor geboortegemak?
A
95
B
100
C
105
D
afhankelijk van koe

Slide 48 - Quiz

Wat is de werking van LH?
A
Ontwikkelen van follikels
B
Eisprong
C
In stand houden dracht
D
Baarmoeder schoonmaken

Slide 49 - Quiz

Wat staat er op de X?
A
HHBB
B
HhBB
C
HhBb
D
hhBb

Slide 50 - Quiz

Waarop moet je NIET letten bij het nemen van een haarmonster voor DNA?
timer
0:30
A
Geen rode haren nemen
B
Voldoende haren
C
Droge schone plek
D
Haren nemen van de staart

Slide 51 - Quiz

Binnen hoeveel dagen I&R melding doen na geboorte of afvoer?
timer
0:30
A
1 werkdag
B
2 werkdagen
C
3 werkdagen
D
maakt niet uit

Slide 52 - Quiz

Wat ben je NIET verplicht om op te geven bij I&R registratie?
timer
0:30
A
Werk/oornummer
B
Moeder
C
Vader
D
Alles moet je opgeven

Slide 53 - Quiz

Fok 9: Wat is een verwachtingswaarde van een kalf?
A
Het gemiddelde van de Inet en de NVI van het kalf
B
De optelling van de verschillende fokwaardes van de vader en de moeder van het kalf
C
Het gemiddelde van de fokwaarde van de vader en de moeder van het kalf
D
De genomische fokwaarde en de gewone fokwaarde van het kalf opgeteld

Slide 54 - Quiz