Sensorisch stelsel anatomie, fysiologie en pathologie

Sensorisch stelsel anatomie, fysiologie en pathologie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Sensorisch stelsel anatomie, fysiologie en pathologie

Slide 1 - Slide

Inhoud
Ogen
Oren
Glaucoom
Cateract
Macula Degeneratie
Otitis Media


Slide 2 - Slide

Lesdoelen:

Aan het eind van de les weten de leerlingen:
- Hoe het oog eruitziet en hoe het werkt
- Hoe het oor eruitziet en hoe het werkt
- Wat glaucoom is
- Wat cateract is.
- Wat macula Degeneratie is
- Wat otitis Media is

Slide 3 - Slide

De bouw en functie van het oog

Slide 4 - Slide

Waar zit wat in het oog?

Slide 5 - Slide

Hoe werkt zien?

Slide 6 - Slide

Omkering en verkleining in het oog
Brekende media

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Onderdelen oog

Slide 9 - Mind map

Op welke manier komt het beeld op het netvlies te staan?
A
Vergroot en zwart/wit
B
Verkleind en op de kop
C
Verkleind
D
Op de kop

Slide 10 - Quiz

Wat 'zie' je met de staafjes in het netvlies?

Slide 11 - Open question

Aandoeningen aan de ogen

Slide 12 - Slide

Glaucoom
Glaucoom is een ziekte van het oog waarbij schade aan de zenuwvezels en de oogzenuw ontstaat hetgeen leidt tot uitval van het gezichtsveld (het omgevingszien) 
- Hoge oogdruk
- Oogzenuw is beschadigd
- Het zicht wordt minder


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Risicofactoren
• Oogdruk
• Erfelijkheid
• Leeftijd.
• Slechte ogen
• medicijnen / oogdruppels
• Hart- en vaatziekten zoals suikerziekte
• Dun hoornvlies.
• Oogzenuwafwijkingen
• Hoge bloeddruk

Slide 15 - Slide

Behandelingen
  • Medicijnen
  • Laserbehandelingen
  • Operaties.

Slide 16 - Slide

Cateract
- Staar
- Lens wordt troebel

Slide 17 - Slide

Symptomen
• Minder zien, waziger beeld
• Kleurverandering: de omgeving lijkt grauwer en minder kleurrijk. Meestal wordt u zich pas van het verschil bewust als bij het eerste oog de staar is weggenomen.
• Dubbelbeeld of schaduwbeeld met 1 oog: Je ziet beelden in 1 oog dubbel of vaker.
• Last van verblinding/schitteringen (glare/halo’s): Bij tegenlicht schittert het heel erg, omdat het licht versnippert in de ooglens.
• Slechter zien in het donker: het licht wordt sneller tegengehouden in door de vertroebelde lens.


Slide 18 - Slide

Oorzaken en risicofactoren
• Leeftijd
• Erfelijkheid, ook bij baby’s en kinderen.
• Ziektes zoals  suikerziekte
• Ontstekingen in het oog
• Medicijnen (bijv. langdurig prednisongebruik)
• Oogverwondingen (bijv. scherp/stomp trauma, chemisch letsel)
• Na een oogoperatie
• Geslacht: vrouwen (65%), mannen (35%)
• Levensstijl: alcohol, roken, ogen niet beschermen tegen de zon.

Slide 19 - Slide

Wat doen ze bij een staaroperatie?
• Het oog wordt verdoofd met oogdruppels. Soms ook nog een verdovingsprik naast het oog.
• Een speciaal klemmetje (ooglidspreider) zorgt ervoor dat het oog openblijft tijdens de operatie.
• Tijdens de operatie kijkt de patient naar een lampje. Dit doen ze zodat je recht blijft kijken. Ook doen ze steeds water over het oog om het vochtig te houden.
• De oogarts haalt de troebele lens uit het oog. De lens wordt eerst in kleine stukjes gebroken. Dan worden deze stukjes weggezogen.
• Het lenszakje, waar de lens inzat, wordt helemaal schoongemaakt.
• De oogarts plaatst een kunstlens in het lenszakje.


Slide 20 - Slide

Macula Degeneratie
- Macula = Gele vlek
- Slijtage aan het netvlies
- Kegeltjes in de gele vlek sterven af. (veel kegeltjes in gele vlek)

Slide 21 - Slide

Symptomen
  • Minder details zien: Details zoals blaadjes aan de bomen zie je steeds slechter. 
  • Vervormingen zien : In het midden van je zicht ga je vervormingen zien. 
  • Langzame achteruitgang zicht: Je ziet steeds slechter. Vooral in het midden van je zicht. 

Slide 22 - Slide

Behandeling
  • Niet te behandelen.
  • Voeding:
    Geen alcohol en vetten, genoeg groente en fruit eten.
  • Extra Vitamine C en E

Slide 23 - Slide

Risicofactoren
  • Leeftijd: 50 jaar en ouder. 
  • Erfelijkheid
  • Roken 
  • Zonlicht: Draag een zonnebril
  • Geslacht:  Vrouwen krijgen sneller last van MD
  • Oogkleur en huidskleur: Blanke huid en blauwe ogen, kans op MD is groter
  • Hoog cholesterol
  • Alcohol
  • Veel vet eten

Slide 24 - Slide

De bouw en functie van het oor

Slide 25 - Slide

Bij welke aandoening werkt de oogzenuw niet meer goed?

Slide 26 - Open question

Benoem alles wat jij weet over MD.

Slide 27 - Mind map

Wat zijn symptomen van Staar (cateract)? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
Wazig zien
B
Je ziet beelden in 1 oog vaker of dubbel
C
Bij tegenlicht schittert het heel erg
D
Een deel van je gezichtsveld valt weg

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Het evenwichtsorgaan

Slide 31 - Slide

Benoem 2 onderdelen van het oor.
Vertel ook waar het onderdeel precies voor is.

Slide 32 - Open question

Wat is de functie van het evenwichtsorgaan?
A
Het geeft informatie aan de hersenen door om in evenwicht te blijven.
B
Het zorgt ervoor dat je armen en benen recht bewegen
C
Het zorgt ervoor dat geluid in evenwicht binnenkomt
D
Het zorgt ervoor dat je ledematen kan optillen

Slide 33 - Quiz

Middenoorontsteking
  • Medische term: Otitis Media
  • Ontsteking in het middenoor.
  • Bol trommelvlies door vocht in het middenoor.
  • Kinderen zijn veel vatbaarder

Slide 34 - Slide

Symptomen
  • Rood, bolstaand en niet-doorschijnend trommelvlies. 
  • Oorpijn
  • Ziek gevoel: koorts, prikkelbaarheid, slecht slapen
  • Trommelvliesperforatie: Gaatje in het trommelvlies. Kans op een loopoor. Vocht loopt dan uit het middenoor. 
  • Gehoor is slechter:
    Het vocht zorgt dat de trilling minder goed naar het slakkenhuis gaat

Slide 35 - Slide

Behandeling
  • Gaat vanzelf over na 2-3 dagen.
  • Pijnstillers zoals paracetamol, ibuprofen.
  • Soms antibiotica
  • Trommelvliesbuisjes bij kinderen:
    Worden geplaatst als kind vaak middenoorontsteking heeft. Vocht kan weg uit middenoor.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Wat is de Nederlandse naam voor Otitis Media?

Slide 38 - Open question

Welke medicijnen kan je gebruiken bij middenoorontsteking? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Paracetamol
B
Ibuprofen
C
Diarree-remmers
D
Neusdruppels

Slide 39 - Quiz

Geef aan wat je onthouden hebt van deze les! Noem er minimaal 3.

Slide 40 - Mind map