2. Motieven en symbolen

Verwachtingen voor de les
Schakeltijd: 
1. Mobiel in tas,                  jas uit  
2. Boek -Schrift - pen op tafel
3. Kletsen, tekenen, lezen.
5 minuten
Geluidsniveau: 
gewoon praten

timer
5:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwachtingen voor de les
Schakeltijd: 
1. Mobiel in tas,                  jas uit  
2. Boek -Schrift - pen op tafel
3. Kletsen, tekenen, lezen.
5 minuten
Geluidsniveau: 
gewoon praten

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Fictie start: De ontwikkeling van de hoofdpersoon.
Motieven en symbolen in een verhaal herkennen
Betekenis geven aan motieven en symbolen
Wat zijn motieven en symbolen
Videouitleg bekijken



Nederlands
Maak opdracht 1 en 2 
Omschrijf een motief
Omschrijf een symbool
Maak opdracht 1 en 2 af

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Motieven en symbolen
zijn verhaalelementen die opvallen

Slide 4 - Slide

Wat is een motief? 
  • zich herhalend patroon
  • bekend van stof in kleding
  • in fictie hebben ze een betekenis
  • kan een zin zijn, een object, kleur, situatie of handeling

Slide 5 - Slide

Voorbeeld van een motief

Slide 6 - Slide

Motief in fictie
De dobbelsteen 
  • waar staat dit voor? 
  • het noodlot wat Anton treft

Slide 7 - Slide

Motief in fictie
Toeval: 
'Het werd 15-15 en 16-16; 25-25, zou een dergelijke stand ooit eerder zijn voorgekomen? Het was griezelig, alsof het toeval een loopje met ze nam' (p. 37-38).

Het getal 8:
lievelingscijfer Saskia, duikt regelmatig op:
'Hij telde; het was de achtste paal van het einde van het hek. Er kwam een glimlach op zijn gezicht: acht was haar geluksgetal. Rozen waren het mooist als het er acht waren, en ze vond het jammer dat hij niet een jaar jonger was - dan zouden ze acht jaar schelen' (p. 12). 



Slide 8 - Slide

Wat is een symbool: 
  • element in het verhaal
  • vaste betekenis
  • bekende voorbeelden? 

Slide 9 - Slide

Symbolen in fictie

Dieren, voorwerpen, seizoenen, weersomstandigheden, kleuren als symbool.
Hoe? 

Slide 10 - Slide