La classe du 9 juin, 3S

Le temps qui nous reste.....
Pour tout le monde:
le stencil 'les verbes'
un test auditif (on s'entraine encore) (note)
un test de lecture (semaine des tests) (note)

On laisse tomber par manque de temps:
 (Une conversation au resto (à deux): oralement (chap 5) (note))


1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Le temps qui nous reste.....
Pour tout le monde:
le stencil 'les verbes'
un test auditif (on s'entraine encore) (note)
un test de lecture (semaine des tests) (note)

On laisse tomber par manque de temps:
 (Une conversation au resto (à deux): oralement (chap 5) (note))


Slide 1 - Slide

Le temps qui nous reste.....
Pour les élèves qui vont choisir le français:

extra:
 chap 4 Faire le pont: réviser chap 1-3 (voir les stencils)

Slide 2 - Slide

Pour votre dialogue et comme exercice auditif: 
https://www.youtube.com/watch?v=VKLkAKQocjE

https://www.viviennestringa.com/pages/au-restaurant-un-couple-et-un-serveur-fonetiek-frans-docent.html

(ex 4a, 7 a, b, 12b, 13, 14a, 15 a, b, c, d, e, 16 a, b, c, 26 a, 28)

Slide 3 - Slide

Exercice 16 c, 17
Ik ben dol op patat j'adore les frites
wij kopen flessen bier nous achetons des bouteilles de bière
er is geen mayonaise meer il n'y a plus de mayonaise
mag ik een kop koffie? je voudrais une tasse de café
ik neem pasta en een toetje je prends des pâtes et un dessert
hebt u mosterd voor mij? Vous avez de la moutarde pour moi?
zij hebben een hekel aan huiswerk ils détestent les devoirs

Slide 4 - Slide

Nog te doen uit chap 5: 
E: Regarder (19, 20) 
F Lire (22, 23) 
G: ex 28
H: Grammaire: ww venir (29, 30)

Slide 5 - Slide

Nouveau: le verbe venir (H, pag. 43)
Comme venir:
devenir = worden
revenir - terugkomen

H 29 a, b, c, d
30 a, b, c, d, e

Slide 6 - Slide

Le 9 juin: Un jour une question
Luisteroefening: 
Vertel in het nederlands wat je er van begrijpt
je mag in dit geval ook een frans woord combineren
 met nederlands 

Est-ce que les animaux pleurent? 

Slide 7 - Slide

1
L'article partitif: du, de la, des, de l'

gebruik je bij ongedefinieerde hoeveelheden

ik neem frites
wij eten biefstuk met salade
zij bestellen water

Slide 8 - Slide

2
Bij een aantal of een duidelijke omvang, gebruik je DE

wij kopen 2 flessen wijn
een kopje koffie 1 kilo suiker

P.S. Een ontkenning is ook een hoeveelheid: 0
dus: na een ontkenning ook: DE

Slide 9 - Slide

3
Maar: na beaucoup en un peu: ALTIJD DE!
Er staat veel wind
En na de ww aimer, adorer, préférer, détester: 
ALTIJD HET GEWONE LIDWOORD! 

ik houd van chocola: j'aime LE chocolat

Slide 10 - Slide

het bord, de lepel en de vork
timer
1:00

Slide 11 - Open question

bewegen, vieren, uitgaan
timer
1:00

Slide 12 - Open question

l'ennemi, le drapeau, la victoire
timer
1:00

Slide 13 - Open question

dankzij, vooral, eerst
timer
1:00

Slide 14 - Open question

Ik neem de dagschotel
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Ik heb geen mes
timer
1:00

Slide 16 - Open question

La classe du premier juin
5 plats français et 3 restos '3 étoiles Michelin' aux Pays-Bas
Racontez!


5 A: ex 5 - 7
ensemble: 5 c, d, e + 7 a


Slide 17 - Slide

Devoirs : 

https://www.youtube.com/watch?v=VKLkAKQocjE
vertel wat je zegt als:
- je binnenkomt en een tafel voor 4 wilt
- je een salade bestelt met een karaf/of een fles water
- je wilt afrekenen en je cash wilt betalen
Wat is het woord voor 'fooi'? Is het verplicht? 


Slide 18 - Slide

La semaine prochaine
Voca 5 B + G
ex. 7 b 
Le pont = chap 4 = Révision du chap 1 à 3 (stencils)

https://www.youtube.com/watch?v=VKLkAKQocjE

Slide 19 - Slide