Hoe kun je naamvallen goed gebruiken?
Naamvallen foutloos doen kan als je…
1. Enkele voorzetsels en werkwoorden met een vaste naamval kent;
2. Een zin in het Duits kunt ontleden
(onderwerp, meewerkend voorwerp, lijdend voorwerp);
3. Weet uit welke groep een woord komt;
4. Weet welk geslacht een woord heeft;
5. Het naamvalschema erbij hebt of uit je hoofd kent.