- Zorg dat je het verhaal zelf goed kent, lees het een paar keer door.
- Lees niet te snel, houd het rustig. Af en toe kun je wat versnellen, vooral bij stukjes met veel
actie.
- Laat komma's, punten en witregels horen door korte en iets langere pauzes.
- Laat vraagtekens en uitroeptekens duidelijk horen.
- Leef je in in wat er in het verhaal gebeurt en wissel af met je stem: zachter of harder (maar
niet schreeuwen), hoger of lager, verschillende tonen om gevoel en sfeer te laten horen.
- Zet geen stemmetjes op bij verschillende personen. Gebruik je eigen stem en pas die een
klein beetje aan, als dat nodig is.
- Maak contact met de luisteraars, kijk hen af en toe aan.