Paragraaf 1.1 Waar heb je behoefte aan?

Welkom
> Ga zitten volgens je klas-plattegrond.

> Pak je spullen: boek, schrift, pen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
> Ga zitten volgens je klas-plattegrond.

> Pak je spullen: boek, schrift, pen

Slide 1 - Slide

Week 36: 8 september
Pincode Hoofdstuk 1.  Geld moet rollen
  1. Waar heb jij behoefte aan?
  2. Kopen is kiezen?
  3. Heb je geld nodig om te ruilen?
  4. Wat is produceren?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 1.1 Waar heb jij behoefte aan
* Je kunt uitleggen welke verschillende behoeften er zijn.
* Je weet wat schaarste is.
* Je kent het verschil tussen goederen en diensten.
* Je weet wat "alternatief aanwendbaar" betekent en waarom je keuzes moet maken.

Slide 4 - Slide

Kun je een aantal behoeften noemen van een gezin met 2 kinderen?

Slide 5 - Slide

Kun je een aantal behoeften
die je hebt noemen?

Slide 6 - Mind map

Behoeften
  • Primaire behoeften          basisbehoeften waar je niet zonder kunt om te  leven
  • Secondaire behoeften    overige behoeften die het leven leuker of makkelijker maken
       - normale behoeften
       - luxe behoeften

Slide 7 - Slide

Schaarste
Schaarste ontstaat doordat je niet genoeg middelen hebt om in al je behoeften te voorzien. Hierdoor moet je keuzes maken hoe je je geld en tijd besteedt.

 

Slide 8 - Slide

Schaarse en vrije goederen
Vrije goederen zijn niet schaars, je hoeft er geen middelen voor in te zetten.
                                                  zoals de zon




                                                                           of de wind
                                                                                maar... voor windenergie moet je wel                                                                                               middelen inzetten!

Slide 9 - Slide

Consumeren
  • Goederen                             tastbare producten
       - gebruiksgoederen        gaan vaker mee
       - verbruiksgoederen       gaan maar één keer mee

  • Diensten                               niet tastbare producten, activiteiten

Slide 10 - Slide

Alternatief aanwendbaar
Omdat je middelen beperkt zijn, moet je kiezen hoe je ze aanwendt. Dit noemen we alternatief aanwendbaar.
  • Geld    Koop je nieuwe schoenen, of wacht je nog even?
  • Tijd      Ga je naar de film, of ga je huiswerk maken?

Je moet dus prioriteiten stellen!...
... en prioriteiten stellen, is keuzes maken.

Slide 11 - Slide

Opdrachten 1 t/m 6
  • Zelf nakijken: 5 minuten
  • Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Slide

Huiswerk volgende keer

Leren
Hst 1.1 blz 9, 10, 11

Maken
Hst 1.1 opgave 7 t/m 13 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is een normale behoefte?
A
half volkoren
B
fiets
C
vliegvakantie
D
Tesla Model S

Slide 15 - Quiz

Wat is een vrij goed?
A
zonne-energie
B
water uit de kraan
C
strand
D
zuurstof in de buitenlucht

Slide 16 - Quiz

Wat is een gebruiksgoed?
A
kapper
B
elektrische fiets
C
opladen elektrische fiets
D
panini broodje

Slide 17 - Quiz

Waarom stijgt de energieprijs op dit mement zo veel?
A
de energiemaatschappijen willen meer verdienen
B
er is minder energie beschikbaar
C
we moeten meer middelen inzetten om het te krijgen
D
prijzen stijgen altijd

Slide 18 - Quiz

Huiswerk volgende keer

Leren
Hst 1.1 blz 9, 10, 11

Maken
Hst 1.1 opgave 7 t/m 13 

Slide 19 - Slide

Leerdoelen H1. Geld moet rollen
Kleuren:
rood ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen

Slide 20 - Slide