THV-1 Capítulo 2 - Prueba

Paso Adelante Capítulo 2 
En camino


Prueba

1 / 28
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paso Adelante Capítulo 2 
En camino


Prueba

Slide 1 - Slide

De volgende vragen gaan over ESTAR
Je moet de juiste vorm kiezen van het werkwoord 'estar', dat betekent dat je uit de 6 vervoegingen kunt kiezen die je hebt geleerd, let ook op de accenten!!
 

Slide 2 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Mi madre _____ en la farmacia.
timer
0:15

Slide 3 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Busco el instituto, ¿ dónde _____ ?
timer
0:15

Slide 4 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Mis hermanos _____ enfrente de la casa.
timer
0:15

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Yo _______ en el centro comercial con mis amigos.
timer
0:15

Slide 6 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Tu madre y tú no ______ en casa.
timer
0:15

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Mis amigas y yo ______ en la tienda de ropa.
timer
0:15

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'estar' in:
Al teléfono: '¡Hola María!, ¿dónde _____ ?
timer
0:15

Slide 9 - Open question

De volgende vragen gaan over de regelmatige werkwoorden.
Je moet de juiste vorm kiezen van het regelmatige werkwoord, dat betekent dat je uit de 6 vervoegingen kunt kiezen die je hebt geleerd (voor de drie ww. op -AR, -ER, -IR), let ook op de accenten!!
 

Slide 10 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'escuchar' in:
Cuando hago mis deberes yo ____ música.
timer
0:15

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'vivir' in:
Mis abuelos _____ en Amsterdam.
timer
0:15

Slide 12 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'trabajar' in:
Mi madre _____ en una carnicería.
timer
0:15

Slide 13 - Open question

De volgende vragen gaan ook over de regelmatige werkwoorden.
Je moet de juiste vorm kiezen van het regelmatige werkwoord, dat betekent dat je uit de 6 vervoegingen kunt kiezen die je hebt geleerd (voor de drie ww. op -AR, -ER, -IR), let ook op de accenten!! Maar nu vraag ik het werkwoord in het Nederlands!! 
 

Slide 14 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in het Spaans in:
Mi familia y yo (wonen) _____ en Rotterdam.
timer
0:20

Slide 15 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in het Spaans in:
Mis compañeros de clase (bekijken) _____ el libro de texto.
timer
0:20

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in het Spaans in:
Tú (eten) ______ muchas patatas.
timer
0:20

Slide 17 - Open question

De volgende vragen betreffen hele zinnen die je in het Spaans moet vertalen.
Doe je best!! En... ¡mucha suerte! = veel succes!!

Slide 18 - Slide

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
1. Ik woon in Rotterdam.
timer
0:30

Slide 19 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
2. Wij werken in de kledingwinkel.
timer
0:30

Slide 20 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
3. Pedro staat voor lokaal 223.
timer
0:30

Slide 21 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
4. Tot morgen !
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
5. De gebakjes zijn in de supermarkt.
timer
0:30

Slide 23 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
6. Waar is de chocola ?
timer
0:30

Slide 24 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
7. Waarom is er geen apotheek in het centrum ?
timer
0:30

Slide 25 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
8. Het station is naast de bakker.
timer
0:30

Slide 26 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
9. Wie zijn jouw ouders ?
timer
0:30

Slide 27 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Spaans:
10. Gaan we samen naar de kledingwinkel ?
timer
0:30

Slide 28 - Open question