3H - les 23 Quiz (onreg ww + futuro)

Programa
  1. PW U5
  2. Controlar los deberes
  3. Quiz Onreg. ww
  4. Practicamos
  5. Deberes
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Programa
  1. PW U5
  2. Controlar los deberes
  3. Quiz Onreg. ww
  4. Practicamos
  5. Deberes

Slide 1 - Slide

PW U5
Leesvaardigheid/ luistervaardigheid
vocabulario 5.1 + 5.2 + 5.3 (NL-SP)
Roze ww blad 25 t/m 40 (SP-NL)
onregelmatige ww
Getallen t/m 1.000.000
Futuro (ir + a + heel ww)
Kloktijden
Ww: ser, estar, hay (vervoeg & gebruik)
Ww: tener, gustar
Regelmatige ww vervoegen
Wederkerende ww vervoegen

Slide 2 - Slide

Controlar los deberes
Leren voca 5.1 & 5.2 & 5.3 NL-SP
Leren roze wwblad 25-40 SP-NL

Slide 3 - Slide

Waar of niet waar:
"De y (of i) gebruik je ook tussen de honderdtallen en tientallen"
A
Verdadero (waar)
B
Falso (niet waar)

Slide 4 - Quiz

Schrijf de getallen in het Spaans:

346.643

Slide 5 - Open question

Schrijf de getallen in het Spaans:

1.996

Slide 6 - Open question

Schrijf de getallen in het Spaans:

5.116

Slide 7 - Open question

Schrijf de getallen in het Spaans:

738

Slide 8 - Open question

Schrijf de getallen in het Spaans:
10.542

Slide 9 - Open question

Schrijf de getallen in het Spaans:
48.227

Slide 10 - Open question

Vertaal de volgende kloktijden:

het is kwart over 1 (13:15)

Slide 11 - Open question

Vertaal de volgende kloktijden:

het is half negen (20:30)

Slide 12 - Open question

Vertaal de volgende kloktijden:

het is tien voor vijf (16.50)

Slide 13 - Open question

Vertaal de volgende kloktijden:

het is tien over half één (12:40)

Slide 14 - Open question

O => UE
U => UE
E => IE
E => I
cerrar
querer
volver
comenzar
preferir
dormir
probar
pensar
pedir
empezar
sentir
encontrar
recordar
entender
perder
jugar
servir
seguir

Slide 15 - Drag question

Welke uitgang krijgen deze werkwoorden in de YO-vorm? 
Sleep de hele werkwoorden naar de vervoeging toe.
-OY
-GO
-ZCO
-O
conocer
tener
saber
traducir
salir
poner
ver
estar
hacer
dar
venir
decir*
ofrecer
conducir
seguir*

Slide 16 - Drag question

Vul de juiste vorm van 'PEDIR' in bij de volgende zin:

Nosotras __________ las patatas fritas y coca cola.
A
piden
B
pide
C
pedimos
D
pedís

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'VOLVER' bij de volgende zin:

Voy a Madrid este fin de semana, pero _______ el martes.
A
volvemos
B
vuelvo
C
vuelven
D
vuelve

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'DORMIR' bij de volgende zin:

Cada noche Esmée _______ nueve horas
A
dormimos
B
duermes
C
duermo
D
duerme

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'QUERER' bij de volgende zin:

Mañana nosotros ________ comer churros con chocolate. ¿ Qué ______ tú?
A
queremos/ quiero
B
queremos/quieres
C
quieren/quieres
D
queréis/quiero

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'PENSAR' bij de volgende zin:

¿En qué _______ tú, Joaquín?
A
pienso
B
pienses
C
piensas
D
pensamos

Slide 21 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'EMPEZAR' bij de volgende zin:

A menudo * , yo ______ la clase con una historia.


*) a menudo = vaak
A
empeza
B
empiezo
C
empieza
D
empezamos

Slide 22 - Quiz

Waarmee maak je in het Spaans een zin in de toekomende tijd?
A
het werkwoord IR
B
een vervoeging van bijvoorbeeld IR+A +een ander werkwoord vervoegd
C
IR vervoegd + A + een heel werkwoord
D
R vervoegd + A + een heel werkwoord, eveneens vervoegd

Slide 23 - Quiz

Ir + A + heel werkwoord: Zet de zin in de toekomende tijd:
"Yo escucho música en el sofá y tú lees un libro."
A
yo voy a escuchar/tú leer
B
yo voy a escucho/ tú vas a leo
C
yo vamos a escucho / tú vas a leer
D
yo voy a escuchar / tú vas a leer

Slide 24 - Quiz

IR (vervoegd)+ A + heel werkwoord:
Mis hermanos (leer) su libro, yo ( jugar) un videojuego, mi hermana (caminar) con el abuelo y después nosotros (comer)
A
van a leen, voy a jugar, vais a camino, vais a comer
B
van a leer, voy a jugar, va a caminar, va a comer
C
van a leer, voy a jugar, va a caminar, vamos a comer
D
van a leer, voy a juego, va a camino, vamos a comemos

Slide 25 - Quiz

 Verbos (werkwoorden)
Maak DEZE ONLINE opdrachten
Oefen op VERBUGA met de onregelmatige ww
Oefen op quizlet met de voca

Slide 26 - Slide

Deberes
Estudiar: Roze wwblad 25-40 + voca 5.1, 5.2, 5.3
Estudiar: klokkijken + futuro + getallen + onregelmatige ww

Doornemen/ opfrissen:
Ww: ser, estar, hay (vervoeg & gebruik)
Ww: tener, gustar
Regelmatige ww vervoegen
Wederkerende ww vervoegen



Slide 27 - Slide