What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 2 grammar & vocabulary chapter 3
Grammar & Vocabulary chapter 3
Klas 2 bk en 2kgt
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammar & Vocabulary chapter 3
Klas 2 bk en 2kgt
Slide 1 - Slide
Let's start...
...met een aantal woordjes
Slide 2 - Slide
Hoe noem je: een plek voor optreden
Slide 3 - Open question
What is this? Noteer het Engelse woord.
Slide 4 - Open question
Hoe heet een "regisseur" in het Engels?
Slide 5 - Open question
Wat betekent: ondertiteling (als je tv kijkt)
Slide 6 - Open question
Als iets "saai" is, hoe noem je dit in het Engels?
Slide 7 - Open question
Wat betekent: "het goede doel"?
Slide 8 - Open question
Wat is een "autograph"?
Slide 9 - Open question
Wat is een: "sequel"?
Slide 10 - Open question
Herhaling: grammar time!
Hoe zit het ook alweer met...
... bijvoeglijke naamwoorden?
Slide 11 - Slide
Bijvoeglijke naamwoorden (adjectives)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en zet je meestal
vóór
het zelfst. nw.
He watched a
funny
film.
They bought a
lovely
dress.
We had a
good
time.
Slide 12 - Slide
Bijvoeglijke naamwoorden
Bij de werkwoorden:
(to) be, (to) look, (to) appear en (to) seem
komt het
bijvoeglijke naamwoord
ná het werkwoord
.
She
looks
amazing
in that dress.
I
am
curious
to see that new film.
They
seem
focussed
on their singing careers.
Slide 13 - Slide
Wat is in deze zin het bijvoeglijke naamwoord?: He watched a funny film.
Slide 14 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?: They bought a lovely dress.
Slide 15 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?:
A handsome prince is trapped in the woods.
Slide 16 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?: Mindy lives in that big house at the end of the street.
Slide 17 - Open question
Herhaling: present perfect
Hoe zat dat ook alweer?
Op de toets moet je weten:
- wanneer gebruik je de present perfect?
- Hoe maak je de present perfect ?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I washed the car yesterday
B
I wash the car
C
I am washing the car
D
I have washed the car. It is clean now.
Slide 25 - Quiz
We ... ... (live) in this house since January.
A
has live
B
have lived
C
have live
D
has lived
Slide 26 - Quiz
I ... had a headache for 2 hours now.
A
have
B
has
Slide 27 - Quiz
Angelina Jolie ... ... (play) lots of films.
A
have play
B
has played
C
have played
D
has play
Slide 28 - Quiz
He ... ... (be) an actor for twenty years now.
A
was
B
have been
C
were
D
has been
Slide 29 - Quiz
He ... ... (lose) his key. He can't get into the house.
A
has lost
B
have lost
C
has lose
D
have lose
Slide 30 - Quiz
Ik ben klaar voor de toets. Geef je score aan:
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Poll
Welk cijfer denk je op de toets te halen?
0
10
Slide 32 - Poll
More lessons like this
Klas 2 grammar & vocabulary chapter 3
June 2023
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Chapter 3 Lesson 10
April 2022
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
H. 3 E Writing & Grammar - Adjectives
January 2024
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Lesson 5. Grammar Present Perfect
February 2022
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
E grammar
January 2024
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2
2Kader Task 3
February 2024
- Lesson with
14 slides
Adjectives
February 2023
- Lesson with
19 slides
HM2A SS7 chapter 3 E
November 2023
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2