Quiz Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Nederlands

Quiz

Vraag 1: Wat voor een soort tekst is dit?

1. gedicht
2. gebruiksaanwijzing
3. krantenartikel
4. voorleesboek

Vraag 2: Een uitdrukking

Zo gezond als een ...

1. vis
2. hond
3. kip
4. pauw

Vraag 3: spelling

Welk woord is GOED geschreven?

1. interresant
2. portomonnee
3. encyclopedie
4. onmiddelijk

Vraag 4: woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

1. gezegde
2. synoniem
3. hyponiem
4. antoniem

Vraag 5: lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?

1. Hugo
2. Het leven van een loser
3. Niek de Groot
4. Dagboek van een muts

Vraag 6: uitdrukking Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?

1. dat je er verdrietig uitziet
2. dat je er moe uitziet
3. dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
4. dat je er goed uitziet

Vraag 7: grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?

1. De vliegen vliegen achter vliegen aan.
2. De reiziger zal met de trein gaan reizen.
3. In de mediatheek staan veel computers.
4. Misschien moeten wij verhuizen.

Vraag 8: gesprekken
Hoe noem je
wat iemand ergens van vindt?

1. interview
2. doorvragen
3. feit
4. mening

Vraag 9: grammatica
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?

1. zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
2. werkwoorden
3. persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
4. voorzetsels

Vraag 10.Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."

Vraag 11: Zet de zin in de verleden tijd:
Zij gaat naar Amsterdam.

Vraag 12: een uitdrukking
Hoge bomen vangen veel .....

1. regen
2. vogels
3. water
4. wind

Vraag 13: spelling
Welk woord is GOED geschreven?

1. aggresief
2. agressief
3. agresief
4. aggressief

Vraag 14: grammatica
Hoe noem je het woord in hoofdletters?
Vind jij NEDERLANDS leuk?

1. lidwoord
2. heel werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voltooid deelwoord

Vraag 15: woordenschat
Wat is een ander woord voor "realistisch"?

1. vreemd
2. echt
3. sterk
4. anders

Vraag 16: lezen
Wat is geen tekstdoel?

1. overhalen
2. informeren
3. amuseren
4. reageren

Vraag 17: grammatica
Wat is geen werkwoord?

1. ben
2. haar
3. geweest
4. loop

Vraag 18: spelling
Welk voltooid deelwoord is goed geschreven?
Ik heb de wijzigingen ......

1. verwerkt
2. verwerkd
3. gewerkd
4. verwerkdt

Vraag 19: woordenschat
Wat is een ander woord voor "kosteloos"?

1. eenvoudig
2. gratis
3. snel
4. zonder

Vraag 20: grammatica
Wat is dit voor een soort woord?
DE auto rijdt snel.

1. onbepaald lidwoord
2. bepaald lidwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. geen van deze antwoorden

20 seconden kijken

Waar zag je de caravan?

1. cijfer 3 en 7
2. cijfer 3 en 10
3. cijfer 2 en 11
4. cijfer 5 en 10

Waar zag je de bananen?

1. cijfer 10 en 13
2. cijfer 11 en 15
3. cijfer 11 en 14
4. cijfer 4 en 18

Een dier verstopt in een zin.

1. De verdachte heeft niets aan een alibi zonder bewijs.
(bizon)

2. Het spant erom bij de laatste wedstrijd; wie wordt kampioen? (panter)

Nu jij..........................................

Welk dier vind je in de volgende zin?
De nieuwe woonplaats bleek Hoorn te zijn.

Welk dier vind je in de volgende zin?
Is in Europa uw hoofdkantoor gevestigd?

Welk dier vind je in de volgende zin?
In de speeltuin gaan de kinderen graag op de schommel.

35 sec

Het woord dat in de rebus stond was:

1. vliegenmeppers
2. vliegreizen
3. vliegtuigstoel
4. vliegtuigstoelen

En de winnaar is:.................!