DTH2O week 13 ww spelling

Welkom online DTH2O!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit.

Klassikale opdrachten
Theorie werkwoordspelling (tt, vt, vdw, vdw als bn)
Vooruitblik
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom online DTH2O!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit.

Klassikale opdrachten
Theorie werkwoordspelling (tt, vt, vdw, vdw als bn)
Vooruitblik

Slide 1 - Slide

Hoe maak je de tegenwoordige tijd?

Slide 2 - Mind map

Tegenwoordige tijd (tt)
  • Ik erbij of jij/je erachter: de ik-vorm                   ik vind, vind jij/je
  • Ander enkelvoud: ik-vorm+t                                  jij/je vindt, hij/zij vindt
  • Meervoud: het hele werkwoord                          wij/jullie/zij vinden 

Tip: gebruik lopen om te horen of er een -t achter de ik-vorm moet komen.

Slide 3 - Slide

Klassikale opdracht: noteer de persoonsvorm in de TT.
1 De klas ..... (kiezen) morgen een nieuwe klassenvertegenwoordiger.
2 Ik ..... (vinden) pure chocola het lekkerst, maar melk en wit ..... (lusten) ik ook wel.
3 In onze achtertuin ..... (worden) een perenboom geplant.
4 Verf ..... (drogen) sneller door een speciale dorgingslamp.
5 De brilbeer ..... (leven) in Zuid-Amerika in de bossen van de Andes.
timer
2:00

Slide 4 - Open question

Hoe maak je de verleden tijd?

Slide 5 - Mind map

Verleden tijd (vt)
Verleden tijd (vt) van zwakke werkwoorden

Als de laatste letter van het hele werkwoord zonder -en een van de medeklinkers is in ‘t ex-fokschaap, dan komt er in de vt -te(n) achter de ik-vorm. Anders komt er -de(n) achter.
  • enkelvoud: ik-vorm + -de of -te                                 ik/jij/hij landde, pakte, gooide, lustte
  • meervoud: ik-vorm + -den of -ten                           wij/jullie/zij landden, pakten, gooiden, lustten

Verleden tijd (vt) van sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank. Je schrijft ze zo kort mogelijk:
  • enkelvoud: ik/jij/hij gaf, wist, vond
  • meervoud: wij/jullie/zij gaven, wisten, vonden








Slide 6 - Slide

Klassikale opdracht: noteer de persoonsvorm in de VT (let op: allemaal zwakke werkwoorden).
1 De snoepjes ..... (kleven) aan mijn kiezen.
2 Tijdens de aardrijkskundeles ..... (dromen) Cindy over de vakantie.
3 Dit T-shirt ..... (kosten) maar een tientje in de uitverkoop.
4 De mensen in de wachtkamer ..... (doden) de tijd met een spelletje.
5 Roy ..... (verbazen) zich over de uitslag van Ajax-PSV.
timer
4:00

Slide 7 - Open question

Klassikale opdracht: noteer de persoonsvorm in de VT (let op: allemaal sterke werkwoorden).
1 Vanmorgen .... (worden) bij ons een pakketje voor de buren bezorgd.
2 Twee enthousiaste gidsen ..... (laten) ons Kopenhagen zien.
3 De verslaggever ..... (beschrijven) de situatie na de overstroming.
4 Mijn ouders ..... (rijden) zo snel mogelijk naar huis.
5 Gisteren ..... (mogen) Gino en Kaya de pony's kammen.
timer
2:00

Slide 8 - Open question

Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Slide 9 - Mind map

Voltooid deelwoord

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: De verkoopster heeft de T-shirts afgeprijs.... Je hoort afgeprijsde, dus je schrijft afgeprijsd.
  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -n? Schrijf het zo kort mogelijk: gewonnen, gebeten, uitgezonden, gezien, gedaan.
  • Als je niet goed kunt horen welke letter je moet schrijven of als je zeker wilt weten wat de laatste letter moet zijn, gebruik je ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.








Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • Schrijf een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd zo KORT en EENVOUDIG mogelijk. 
  • Bijvoorbeeld:
– De trui is gebreid; de gebreide trui.
– Het werkstuk is geprint; het geprinte werkstuk.
– Het kind werd gered; het geredde kind.
– Het schilderij is gestolen; het gestolen schilderij.

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord van scheuren

De broek is gescheur...
A
-d
B
-t

Slide 12 - Quiz

Voltooid deelwoord als bn van scheuren

De ..... broek ga ik repareren.

Slide 13 - Open question

Voltooid deelwoord van verlichten

Het standbeeld wordt verlich...
A
-d
B
-t

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord als bn van verlichten

Het ..... standbeeld staat voor het station.

Slide 15 - Open question

Voltooid deelwoord van omhakken

De boom is omgehak...
A
-d
B
-t

Slide 16 - Quiz

Voltooid deelwoord als bn van omhakken

De ..... boom ligt in de tuin.

Slide 17 - Open question

Voltooid deelwoord van vergroten

Het sportcomplex is vergroo...
A
-d
B
-t

Slide 18 - Quiz

Voltooid deelwoord als bn van vergroten

Het ..... sportcomplex wordt morgen geopend.

Slide 19 - Open question

Vooruitblik

De volgende twee lessen gaan we hiermee verder.

Vergeet je leesboek niet als je fysiek aanwezig bent!

Slide 20 - Slide

Welkom DTH2O!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit.

Gezamenlijk lezen
Herhalen theorie 
Aan de slag

Slide 21 - Slide

Gezamenlijk lezen
Pak je leesboek erbij! 
timer
7:30

Slide 22 - Slide

Herhalen theorie
Tegenwoordige tijd (tt)
Verleden tijd (vt)
Voltooid deelwoord (vdw)
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord (vdw als bn)

Slide 23 - Slide

Klassikale opdracht: noteer de persoonsvorm in de TT.

1 Sam ..... (weten) het zeker: haar ouders ..... (geven) heel veel om haar.
2 Ze ..... (vinden) zichzelf niet extra mooi, slim of grappig.
3 Hij ..... (twijfelen) ook steeds hoe hij ..... (moeten) doen tegen andere kinderen.

timer
1:30

Slide 24 - Open question

Klassikale opdracht: noteer de persoonsvorm in de VT.

1 Helemaal alleen ..... (reizen) Sam naar Italië.
2 Ze (ev) ..... (vluchten) naar haar tante in een hotel.
3 Sam ..... (ontmoeten) er twee Nederlandse kinderen.

timer
1:30

Slide 25 - Open question

Voltooid deelwoord VDW

Helemaal alleen is Sam naar Italië gereis...
A
-d
B
-t

Slide 26 - Quiz

Voltooid deelwoord VDW

Ze heeft daar twee Nederlandse kinderen ontmoe...
A
-d
B
-t

Slide 27 - Quiz

Voltooid deelwoord VDW

Sam vindt dat de jongen, Raf, haar niet aardig heeft behandel...
A
-d
B
-t

Slide 28 - Quiz

Voltooid deelwoord VDW

Toch raakt Sam bevrien... met hem en zijn zusje.
A
-d
B
-t

Slide 29 - Quiz

Voltooid deelwoord VDW

Op een dag is er voor het hotel een auto ontplof.....
A
-d
B
-t

Slide 30 - Quiz

Aan de slag
1 Ga naar Nieuw Nederlands online.
2 Ga naar hoofdstuk 6 Taalverzorging WERKWOORDSPELLING.
3 Maak zelfstandig de startopdracht t/m 3. 
4 Klaar? Laat de docent het controleren en ga werken aan een ander vak. 

Slide 31 - Slide

Welkom DTH2O!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit.

Gezamenlijk lezen
Korte quiz
Aan de slag

Slide 32 - Slide

Gezamenlijk lezen
Pak je leesboek erbij! 

Slide 33 - Slide

Korte quiz

Slide 34 - Slide

Dit voltooid deelwoord is goed ... (spellen).
A
spelt
B
spelde
C
gespeld
D
gespelt

Slide 35 - Quiz

... (vinden) jij deze quiz gemakkelijk?
A
vind
B
vindt
C
vinden
D
gevonden

Slide 36 - Quiz

De schilder ... (verven) de kozijnen gisteren.
A
verf
B
verft
C
verfte
D
verfde

Slide 37 - Quiz

De tuinman heeft de planten ... (knippen).
A
knipt
B
knipte
C
geknipt
D
geknipd

Slide 38 - Quiz

... (worden) je broer morgen 21 jaar?
A
word
B
wordt
C
werd
D
geworden

Slide 39 - Quiz

Zijn jullie naar Gelderland ... (verhuizen)?
A
verhuist
B
verhuiste
C
verhuisd
D
verhuisde

Slide 40 - Quiz

Aan de slag
1 Ga naar Nieuw Nederlands online.
2 Ga naar hoofdstuk 6 Taalverzorging WERKWOORDSPELLING.
3 Maak zelfstandig opdracht 4 t/m 7. 
4 Klaar? Laat de docent het controleren en ga werken aan een ander vak. 

Slide 41 - Slide